HORUM CAPRICORNI (6:13-7:00)
VOLHARDING
En bam, niemand kan d’r an, duusd kilogram,
recht ip je tandn.
En bam, we leggn olles lam, bluvn drammn,
olles kan, olles kan.
En bam, niemand kan d’r an, duusd kilogram,
recht ip je tandn.
En bam, we leggn olles lam, bluvn drammn,
den beat bluft hangn.
Ik wille nie stoefn, mo kgoat ogliek mo vermeldn.
K’è zukke spellement gekocht voe ol me geld te
telln.
En ot ezoa nog vodder goat, ton moek nen twiddn
bestelln.
Oes vinyl is nu beschikboar, dus kzegget moa voe
't elpn.
Want ik elpe zuo geirn, voe uw geld ut te geevn.
U olles ofluuzn, dat is min grotste streevn.
M’overvolln u met muziek, de beats doen mie beevn.
Stikt uw handn in de lucht, uw geld of uw leevn.
Ik rook
een vredespijp.
Het
internet is op. Ik weet niet meer waar ik moet kijken. De vaste waarden heb ik
al drie, vier keer ververst, zonder dat er nieuwe content op is gekomen die me
interesseert. Dan maar terug verdwijnen in een Wiki-wormgat. Van tak naar tak
springen en nutteloze kennis verzamelen zoals een eekhoorn die niet meer weet
wat-ie nu weer met al die eikels aan moet maar ze driftig blijft
bijeenscharrelen omdat zijn breintje in een soort stack overflow gegaan is.
Misschien is dat het ware menselijke nulpunt wel. Niet de leegte, maar de
eindeloze herhaling (het vak Hedendaagse wijsbegeerte).
Ik rook
een oorlogspijp.
De
Tibetanen noemden zulke mensen ‘hongerige geesten’, entiteiten die zelf
geconsumeerd waren door consumptie en toch nooit genoeg hadden.
Ik pijp
mezelf, daarna cancel ik mezelf.
Er zweeft
langzaam een mini-zeppelin door m’n appartement vol ontsnapte gedachten (het
vak Vergelijkende literatuurwetenschap II).
Zeppelins
zijn als 3D-brillen, minirokken voor mannen,
amfibievoertuigen en kleren die binnenstebuiten gedragen een andere set kleren
worden: ze klinken futuristisch maar bestaan allemaal al lang, eens in de zo
veel tijd probeert men met wisselend succes het concept weer aan de man te
brengen om tenslotte toch weer terug te keren naar de kleine niche waar het in
zat. “Het publiek is er nog niet klaar voor,” denken de ontgoochelde pioniers
van het moment dan. Ik weet dat nog zo niet, want Jan Publiek is duidelijk wel
klaar om tal van nog fantastischer Rattenvangers van Hamelen te volgen met nog
overdonderendere beloftes. Maar aangezien ik mezelf net gecanceld heb, mag ik
hier niets over zeggen.
“We mogen
hier niets meer zeggen,” een uitspraak die zichzelf onmiddellijk
vernietigt. De onderliggende betekenis van deze theatrale rouwsnik is eigenlijk
in werkelijkheid: “Ik vind het verschrikkelijk dat anderen me wijzen op de
inhoud en implicaties van wat ik zeg en ik vind kritische zelfreflectie een
super-eng idee.” Ironisch genoeg is dat pathetische grienen over vermeende
censuur juist het holle sentimentalisme dat de would-be gecancelde zo graag
hekelt bij zijn of haar tegenstand uit progressieve middens. Dat het allemaal
maar draait om oppervlakkige overgevoeligheid als een zwarte persoon moeite
heeft met een figuur als Zwarte Piet, of als een vrouw zegt dat ze zich
onveilig voelt als ze te maken krijgt met een opdringerige mannelijke baas. Een
ander woord dat in die context voortdurend opduikt is “heksenjacht” – ironie
kon niet ironischer zijn dan rijke, machtige mannen die dit woord onironisch in
de mond nemen over hun vermeend slachtofferschap, aangezien historische
heksenjachten doorgaans precies door hun vroegere evenknieën werden georganiseerd
en één van de meest brutale uitingen waren van vrouwenhaat in de Renaissance en
de Vroegmoderne Tijd (het vak Algemene Europese geschiedenis III).
Dit is maar een extract van het elfde hoofdstuk van 'Constellatie', dat je vanaf 15 april digitaal kan kopen op Boekjeswebshop. Enkel Patreon-abonnees hebben toegang tot de volledige hoofdstukken en kunnen het boek later ook gratis krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten