Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

zondag 24 september 2023

De keizer van Populië: Vrede (III)

De keizer van Populië, hoofdstuk 6 - Vrede (III)


III. Coda


HET OPEN HUIS, GRIJSHAVEN, 9:24PM +111D +32D


Ik dicteer mijn tekst aan een waterdichte microfoon terwijl ik op een grote opblaaskrokodil lig in het zwembad van wat ooit Het Eigen Huis was waar de Schijtende Vrienden vergaderden met Wanda Froger.
Life is a fuck. Het leven is verre van perfect, en sommige pogingen om de kromme banen, de verkeerd aangelegde wegen of de onvruchtbare velden van dat leven te verbeteren, maken het enkel nog erger. Je kan bioboer worden om je steentje bij te dragen voor het natuurherstel, en gedwongen zijn mest te kopen van de grootste greenwasher die er rondloopt. Je kan haten hoe je door de meeste mensen als stront behandeld wordt omdat je een laagopgeleide werkloze man bent maar vreemd genoeg de schuld daarvan zoeken bij vrouwen en immigranten. Je kan je laten leiden en inspireren door een glorierijk verleden maar omkomen terwijl een slecht nagebouwde, kaduke versie ervan rondom je heen afbrandt. Je kan de mensheid een dienst willen bewijzen met robotica en ongewild de blauwdruk leveren voor het begin van een ongeziene chaos die het startsein geeft voor meer dan 25 politieke moorden.”
Ik laat losjes één hand in het water hangen.
“Het omgekeerde kan ook. Je kan een slecht persoon zijn, een soort sociale geslachtsziekte of iemand met sinistere motieven, maar toch eindigen aan de goede kant van de geschiedenis. Zoals een bepaalde pornocraat die mee het verzet hielp te organiseren tegen een tiran in de dop. Zoals twee arrogante professoren die een ultiem gehoorzaam moordwapen wilden maken maar een cyborg creëerden met hogere ethische standaarden dan henzelf. Zoals een blaaskaak-ondernemer die in zijn zelfmoord probeerde anderen mee te sleuren, maar in werkelijkheid de sleutel aanreikte tot de oplossing van de crisis die gaande was.”
Populië-Econovina was nog altijd een stadstaat met grote ongelijkheid tussen arm en rijk, een aanzienlijke graad van corruptie en een licht ontvlambare politieke klasse die het niet altijd even nauw nam met de mensenrechten en burgervrijheden. Maar er was al verbetering.
“Onder groot protest van een kleine minderheid werd 2 maanden geleden een wet aangenomen die elke beweging die de democratie en de mensenrechten probeerde te subverteren, illegaal gemaakt, ook al probeerde ze dat met legitieme en democratische middelen. In retrospect maakte dat vreemd genoeg de Roze Coalitie zelf illegaal, maar het netto resultaat is dat Verpist, Duck, Dorfs, Lievens en Froger achter tralies zitten, samen met enkele van hun naaste medewerkers. Het meest interessante was de gelijktijdige schuldbekentenis van consul-pro-tempore Baekelandt over de charade met Christa Cuts, waarvoor ook zij haar proces zal krijgen eens haar termijn er op zit.”
Over de politie voel ik weerstand om veel te zeggen. Willem Paelinck is nu de hoofdcommandant van de federale politie en wordt getipt als mogelijke minister van justitie. Satan en Doorntaert zijn oneervol ontslagen. Eveneens oneervol ontslagen is Martine Poederdrie, maar die heeft zich via familieconnecties weten te vestigen in de Verenigde Staten, waar ze nu met een uitgestreken gezicht te gast is op “conservatieve” tv-shows die zich vooral gretig zorgen lijken te maken over studenten met paars haar en activisten die de infrastructuur beschadigden van megamiljardairs.
“Een vreemde kronkel: Socarus I is nog altijd officieel de keizer van Populië. Hij is herstellende van zijn fysieke en mentale trauma’s, en onder begeleiding van een bataljon privéleraars leert hij naar verluidt echt Ramoons spreken. De veelbelaagde, bizarre en zeer idiosyncratische Socarus is een soort mascotte geworden voor de Populiërs, die in hem een onschuldige en platgeslagen versie van henzelf herkennen. Als er al een hemel is, glimlacht Vitellius vast beaat om die sublieme, ironische successen van zijn project.”
De recente verkiezingen zijn éclatant gewonnen door de Nieuwe Volkspartij van Chrystelle Cliteur. Wellicht zouden ze een coalitie moeten vormen met enkele technocraten die gesteund waren door Geurt Dickens in de Lijst Liberaal Econovina. Ik ben tevreden dat ik dat soort duivelspacten niet zou moeten sluiten. 
“Bert?” galmt een stem als van een alpenhoorn door de ruimte. Ik open mijn ogen. In het deurgat van het zwemcomplex staat Boert Van Vettenberghe, slechts gehuld in een sumo-lendendoek. Boert en Roodborstje betrekken samen met mij de voormalige villa van Wanda Froger, en de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik zijn gezelschap ondertussen op prijs ben beginnen stellen. Hij klaagt bijna nooit meer en is tijdens zijn onderduikperiode als een bezetene beginnen lezen.
“Ja?”
“Het eten is klaar!” roept hij.
Ofschoon ik nooit honger heb, moet ik toch eten. Ik recht me.
“Wat schaft de pot?”
“Bonen op Vitellius’ wijze.”

donderdag 14 september 2023

De keizer van Populië: Vrede (II)

De keizer van Populië, hoofdstuk 6 - Vrede (II)


II. De Roze Revolutie


DE BROEKENTOREN, HEGEGRAD, 11:59AM +32D


Nu voor het eerst in jaren de vensters en blinders waren geopend in het kantoor van voormalig consul Janus Ultor-Onghenae, viel op hoe stoffig het was en hoe het er stonk naar slecht onderhouden tapijt, oude alcohol en sigaren. Als Stefanie Baekelandt al onwennig was in de oude chesterfield van Onghenae, viel dat niet te merken.
“Goed te je te zien, inspecteur,” zei ze toen ik binnen werd geleid door een nieuw model Mr., een Mr. Ambtenaar. Het was me onmiddellijk opgevallen dat die Mr. Ambtenaren op mij leken.
“Wat vindt u van de Mr. Ambtenaren?” vroeg Stefanie praktisch, alsof ze mijn gedachten had geraden.
“Waarom lijken ze op mij? Niet dat ik daar per se voor of tegen ben.”
Voor het eerst sinds de moord op consul Ter Linden glimlachte Stefanie.
“U bent een voorbeeld voor hoe een staatsambtenaar zich hoort te gedragen, zelfs in weerzinwekkende omstandigheden. Gaat u toch zitten.”
Het was allemaal snel gegaan. Na een initiële, paniekerige lockdown die nog meer in de kaart leek te spelen van het zich snel consoliderende neo-fascistische regime, kwamen op verschillende plaatsen gewapende Mr.’s uit de ondergrondse zonder label terwijl ik me een weg had gevochten uit het federale politiekantoor tegen oproertroepen die nog maar net waren gerekruteerd uit de hooligans, vandalen en geweldenaars die Theofiel Duck vaak had gebruikt als privémilitie. Zo was gebleken dat die mannen die vooral hadden uitgeblonken in het intimideren van weerloze burgers, ongewapende activisten en het pesten en stalken van tegenstanders op het internet, totaal niet opgewassen waren tegen de vechtmachine die ik tegen wil en dank was geworden.
Vanuit zijn geheime ondergrondse schuilkelder hadden Boert Van Vettenberghe en Roodborstje controle genomen over het internet. Twee dagen lang hadden mensen enkel toegang tot de informatiebom van de Roze Coalitie, porno en culinaire websites. 
Een leger had Populië-Econovina nooit echt gehad, en omdat de helft van de politie werkonbekwaam was geslagen door mij of de robots van de Roze Coalitie, begonnen mensen druppelsgewijs naar buiten te komen en zich te verzamelen. De Schijtende Vrienden probeerden nog een bijeenkomst te houden in het vernielde Stellingwoude “voor de democratie” maar hoofdspreker Rita Dorfs werd bekogeld met stront en de menigte keerde zich definitief tegen hen toen Richard Molckx-Verpist het publiek laatdunkend toesprak over hun “verantwoordelijkheden” en “ondankbaarheid”. Wanda Froger was toen al gevlucht maar werd ’s avonds gearresteerd in Luxemburg. 
Ik maalde mee in de menigtes die toen op straat waren gekomen, opnieuw op het schild gehesen, deze keer door mensen van een heel ander kaliber dan de ploerten van Theofiel Duck. Die probeerde zijn kar te keren en zich bij het protest tegen het regime van Ultor aan te sluiten, maar werd door de Mr.’s weggeplukt en in een glazen kooi tentoongesteld op de ruïnes van ‘Het roze ballet’ met een groot scherm dat voortdurend al zijn likes toonde voor de meest racistische, misogyne, antidemocratische en van de pot gerukte posts op Twatter.
Er vielen zeven doden: een door Ultor inderhaast uitgestuurd moordcommando ontdekte de toegangen tot de ondergrondse en vermoordden Kenny Poephaar vooraleer Heinz Spritzmann zelf zijn jarenlange kennis van martelseks effectief kon omzetten in martial arts en de vijf leden van het doodseskader omlegde. De zevende dode was consul Ultor-Onghenae, die uit het venster sprong van de belvedère van de Broekentoren op het moment dat de menigte, met op kop Baekelandt, Spritzmann, Chrystelle Cliteur en Roodborstje door de poorten waren gebroken.
Zo goed en zo kwaad als het kon had ik me terug naar het federale politiekantoor begeven en nam ik de leiding op mij van agenten die te goeder trouw waren. Satan, Doorntaert en andere regime-vriendelijke officieren hadden al de benen genomen.
“We hebben op het randje gestaan van de afgrond, maar we staan er nog altijd niet ver van, inspecteur,” zei Stefanie, “er zijn nog altijd veel sympathisanten van de Schijtende Vrienden over, dat zien we heel goed nu het internet terug volledig hersteld is.”
“Gewezen consul Ultor heeft ons mogelijk nog de grootste dienst bewezen. Door geen staatshoofd meer te hebben, wist de NAVO niet tot wie ze zich moesten richten.”
“Juist, maar lang zal dat niet duren, en bovendien denk ik dat Geurt Dickens gelijk had.”
Het was dankzij Dickens’ onderzoek naar het kadaver van de Spetskop dat Baekelandt haar Mr.’s zo radicaal had kunnen aanpassen. Geurt was dan wel geen doelwit meer van de Roze Coalitie, een echte vriend zou het ook wel nooit worden.
“Over twee maand moeten er verkiezingen komen – echte verkiezingen,” zei Stefanie, “en ik zou graag willen dat u die in goede banen leidt.”
Stefanie Baekelandt en Chrystelle Cliteur waren allebei uitgeroepen door consules-pro-tempore. De eerste keer dat een vrouw die positie had bekleedt, laat staan twee. Chrystelle zat in het bureel ernaast en praatte met andere mensen.
“Maar ik ben een politieman. Heeft het niet veel meer zin dat ik meer onderzoek voer naar de misdaden die zijn begaan onder het vorige consulaat?”
“Dat kan inspecteur Paelinck net zo goed.”
Ik moest toegeven dat dat waar was.

Nog drie dagen later zag ik de Paling terug. We hadden afgesproken bij de ruïnes van ‘Het roze ballet’, waar het allemaal begonnen was. Intussen was Theofiel Duck uit zijn glazen bokaal gehaald na protesten van mensenrechtenorganisaties. De bokaal stond er nog, besmeurd met uitwerpselen van de binnenkant, en met resten van rotte tomaten, bananen en pompoenen aan de buitenkant.
“Toch bijna niet te geloven dat de daad van een idioot een revolutie op gang wist te brengen,” zei de Paling. We stonden onder de portiek van een dichtgetimmerd huis te schuilen voor de regen terwijl we naar de troosteloze ruïne keken. De parking waar consul Ter Linden door een fruitturbine was gedraaid, was nu ook bedekt met puin.
“Welke idioot?”
Voor één van de weinig keren in zijn leven glimlachte de Paling: “Allemaal, misschien.”
Ik dacht ook even na. Het waanzinnig onnozele plan van Cabron San Tander en Marc Priem om de Mr. Priester van Lucas ter Linden na te bouwen en de fruitturbine in te zetten. De afluisterapparatuur in de manchetknopen die Ter Linden nooit gedragen had. Verpist en Baekelandt die al 6 jaar deden alsof Christa De Hete nog leefde. Poenie die Geurt had proberen verdacht maken, en opnieuw Marc Priem die Verpist de zwarte piet had proberen toeschuiven. Wanda Frogers openlijke en walgelijke gedrag. Caïn Ranzigbotten die had geprobeerd Baekelandt de schuld te geven van zijn eigen zelfmoord. De hubris van Rita Dorfs en Lief Anneke om van mij een gehoorzame cyborg te maken. De hubris van Verpist, die dacht altijd de slimste in de kamer te zijn maar zich in de luren had laten leggen door Chrystelle.
“Ik weet het niet zo, Willem. Uiteindelijk zijn ze geslaagd in hun opzet: het regime van Ultor is gevallen en de fascisten zijn gevangen genomen.”
“Per ongeluk. Als ik er op mag wijzen, Bert, is Geurt Dickens nog altijd een vrij man, en Heinz Spritzmann eveneens.”
“Ik begrijp wat je bedoelt.”
Geurt had zich gehaast als een pijl uit een boog om lof te betuigen aan “de herstelde democratie, ey!” en Spritzmann was een soort antifa-volksheld geworden, waar beide mannen voordien nog werden verguisd als uitbuiters en toonbeelden van corruptie. Meer nog, Heinz en Geurt waren naar elkaar aan het lonken om nu samen te werken.
“Men wil een standbeeld oprichten voor Kenny Poephaar,” zei ik na een korte stilte. De Paling knikte: “Een echte jongen van het volk.”
Poephaar had zonder morren de tuinman gespeeld van Van Vettenberghe, de butler van Spritzmann en naar verluid chauffeur, chef, mecanicien en bodyguard voor vele andere leden van de Roze Coalitie, en hij had zijn trouw betaald met zijn leven.
“Het lijkt wat gestopt te zijn met regenen,” zei de Paling toen. Inderdaad.
“Laten we een wandeling maken.”
We togen op weg.
“Hoe loopt de organisatie van de verkiezingen eigenlijk?” vroeg de Paling.
“Ik doe wat ik kan. Tot hier toe lijkt het te lukken om de fameuze corruptie van Populië-Econovina tegen te gaan.”
“Ze weten wel waarom ze jou gevraagd hebben.”
Inderdaad kon ik door mijn ingebouwde wifi overal tegelijk zijn. Ik was geen censor, maar ik roeide nieuwe proto-sociale netwerken die neigden naar het fascisme meedogenloos uit en hield samen met een klein legioen Mr. Legals alle wettelijke veranderingen aan verkiezingen nauwlettend in het oog.
“Dank je. Heel de zaak heeft me ook wel iets persoonlijks doen beseffen,” zei ik.
“Ja?”
“Dat ik een echte vriend heb in jou, Willem.”
“Dat is heel graag gedaan, Bert.”

woensdag 6 september 2023

De keizer van Populië: Vrede (I)

De keizer van Populië, hoofdstuk 6 - Vrede (I)


Recente evoluties in Populië-Econovina (knipsels uit on- en offline pers)

Uit: Nord-Presse, België (+8D): “Na de verdwijning van de Spetskop is een vorm van normalisatie teruggekeerd naar Populië-Econovina. De serie- en huurmoordenaar werd verantwoordelijk gesteld voor de moordgolf onder de leidinggevenden van de stadstaat. Inspecteur Doorntaert en enig overgebleven consul wezen als opdrachtgevers de zogezegde Roze Coalitie aan, waarvan de kopstukken gevlucht zijn. De Staten-Generaal hebben de obscure districtsburgemeester Socarus voorgedragen als de nieuwe keizer, een naar eigen zeggen ceremoniële functie die al niet meer is uitgeoefend sinds de 9de eeuw.”

Uit: Der Postillon, Duitsland (+11D): “Voorzitter van de Europese Commissie Ursus Micheline heeft bezorgdheden geuit over de veranderingen in burgervrijheden in Populië-Econovina. De ‘volkskeizer’ Socarus heeft via consul Janus Ultor-Onghenae de EU verzekerd dat alle instellingen echter terug naar behoren werken, en dat er zelfs terug meer volkscontrole is over bedrijven als De Maakbare Mens en de vele bedrijfjes van wijlen Caïn Ranzigbotten, die omkwam in een auto-ongeval.”

Uit: ONN, Verenigde Staten, videoreportage (+17D): “Dit is Populië-Econovina. De avondklok geldt nog steeds, behalve voor volksmenners als Theofiel Duck, die met zijn mensen de straten afkamt, op zoek naar linkse figuren, feministen en transgenders. Die worden naar het voormalige Huis van de Man gebracht, of de geruïneerde club van het Roze Ballet, voor herintegratie in de maatschappij. […] Een sleutelfiguur daarin is dokter Anneke Lievens, bijgenaamd Lief Anneke.”

Uit: Le Gorafi, Frankrijk (+29D): “[…] geruchten dat de Roze Coalitie nog steeds bestaat, ondergronds. De officiële staatswebsite van keizer Socarus I was in elk geval gehackt en toonde weinig fraaie beelden van minister van defensie Froger verwikkeld in illegale seksuele activiteiten met kinderen, […] filosofe Martine Poederdrie die op uiterst pijnlijke wijze een debat verloor tegen een Mr. van de Maakbare Mens en […] een dronken […] tirade van consul Janus Ultor-Onghenae, waarin hij het had over het gewone volk als […] “een bende domme debielen” en de volgelingen van keizer Socarus bestempelde als “dom gepeupel dat blij mag zijn dat het geen slaven zijn, ook plebeii [sic] die denken aanspraak te mogen maken op rechten”. We houden u op de hoogte over verdere ontwikkelingen.”

Uit: De Speld, Nederland (+30D): “Schokkende nieuwe onthullingen uit Populië-Econovina doen het regime van ‘keizer’ Socarus I wankelen. Grootindustrieel Geurt Dickens heeft bijstand gevraagd van de NAVO.”


I. De splijtoptant


HOOFDKANTOOR VAN DE FEDERALE POLITIE, HEGEGRAD, 9:26AM +28D


Ik was een gefaald experiment. Weliswaar had ik de Spetskop gestopt, maar niemand wist dat. De officiële versie van de feiten was dat de Spetskop de pokdalige benen had genomen naar het buitenland, vermoedelijk he Groothertogdom Luxemburg. Satan had me van de zaak gehaald en ik was met een simpele brief gedegradeerd door hulpinspecteur. Satan – en dus Ultor – kregen van Doorntaert wat ze wilden, en het fijne eraan was dat alle verdachten intussen gevlucht waren. De namiddag van de aanval op Poenie waren Heinz Spritzmann en Stefanie Baekelandt allebei ook verdwenen. Een woedende menigte maakte ‘Het roze ballet’ met de grond gelijk, en enkel een haag Mr.’s kon voorkomen dat hetzelfde gebeurde met De Maakbare Mens. Gelukkig stond ik zelf niet onder verdenking, bijvoorbeeld dat ik Boert, Roodborstje en Kenny had geholpen.
De dagen nadien was vreemd genoeg Geurt Dickens mijn beste vriend. De pafferige industrieel had dan wel nog altijd een ruggengraat van gelei, zijn topmensen leerden enorm veel bij over de autopsie van de Spetskop, die net als ik tot een cyborg was gemaakt, maar dan in de gevangenis. De spitstechnologie – of beter spetstechnologie – was een combinatie van ongebruikte patenten van Ranzigbotten, gestolen R&D-gegevens van de Maakbare Mens en een kwak filosofie of wat daarvoor moest doorgaan uit de koker van Rita Dorfs. De algemene signatuur: Richard Molckx-Verpist. Dickens was zo vriendelijk om zijn bevindingen met mij te delen. Intussen had hij een nieuwe harem uitgebouwd, was zijn plezierpaleis hersteld en vocht hij juridisch een strijd uit met diezelfde Verpist over de nalatenschappen van Christa De Hete, Caïn Ranzigbotten en Stefanie Baekelandt. Omdat dat in het licht van de veranderingen aan de top geen supergrote zaak was, was ik hier aan toegewezen.
Ik zag elke dag de afstandelijke teleurstelling, zelfs minachting in Satans ogen, vanachter zijn hoekige brillenglazen. Hoofdinspecteur Satan had eigenlijk nooit echt geloofd in het hele cyberverhaal, en mijn “mislukking” was daarvoor het bewijs. Mijn trouwe helper, Willem Paelinck, had drie weken verlof opgenomen, dus zat ik meestal moederziel alleen aan een oud, doorrookt bureau in een vensterloze kamer.
Ik was depressief. In het begin hadden de nano-stemmen van Caïn Ranzigbotten me aangespoord om me te storten op de drank (ik was nooit een drinker geweest en dankzij de nano-injecties kon ik niet langer dronken worden), hoeren (‘keizer’ Socarus I had prostitutie illegaal laten maken) of het ondernemerschap (ik had geen startkapitaal en geen ideeën). Nu zwegen die ook. Ik zat op een berg kennis, maar wat moest ik doen? Viraal gaan op Twatter of KinkedIn? Om dan in elkaar gemept te worden door een meute onder leiding van Theofiel Duck? Ik was beginnen roken, dat wel.
Op één van mijn twee displays stond als nieuwe vaste achtergrond de hertekende districtskaart van Populië-Econovina. Klikvoorde en Groot-Geleijcke waren samengevoegd tot Klikvoorde-Geleijcke, met als districtsburgemeester Theofiel Duck, die bijna elke avond zijn razzia’s livestreamede, met de camera dicht op zijn natte, vlezige lippen die altijd naar beneden krulden in verontwaardiging of zich vooruit stuwden in zijn haattoespraken over “linkiewinkies”, “woke-elites” en zo meer. Welkom en Uytganck waren aangehecht bij Withaven, dat nu Groot-Withaven heette. Bulldozers waren al bezig de voormalige keuterboerderijen en verspreide Neo-Ramoonse huizen aan het afbreken om er vakantie-appartementen neer te poten. Sprotbeke-op-den-Heedhond was opgeslokt door Groenegem, waar Geurt Dickens de plak zwaaide. Boert en Roodborstje waren gelukkig nooit gevonden. Vaderijcke en Vogelarije waren aangehecht bij Hegegrad zelf. De rest was ongewijzigd, met het statuut van Blaest-op-den-Verre nog onzeker.
Er werd zacht op mijn al openstaande deur getikt.
“Bert?” vroeg één van de jongere agenten. Ik keek op: “Ja?”
“Deze vrouw wenst u te spreken.”
Van achter de man kwam een vrouw in een zwart mantelpakje, met een brede, slappe hoed. Ze droeg een voile.
“Komt u maar binnen,” zei ik tegen haar. Misschien iemand die stokken in de wielen kwam steken voor Geurt? De agent sloot de deur en de dame ging zitten. Ze deed haar hoed af, en ik herkende haar onmiddellijk als Chrystelle Cliteur, de voormalige zakenpartner van Heinz Spritzmann en maîtresse van Dickie Verpist.
“Mevrouw Cliteur?”
“Inspecteur,” begroette ze me met een knik. Chrystelle had een wat hartvormig gezicht en was even bleek als Heinz, maar had donker krulhaar en een arendsneus die haar een aristocratisch aanzien gaven. Haar ogen waren van een vreemd groen-bruin waar ik wellicht de Pantone-code voor zou kunnen oproepen hebben, maar geen interesse in had.
“Ik ben niet langer een inspecteur, mevrouw.”
“Dat maakt niet uit. Ik kom bekennen.”
Ze had haar handen om de oren geklemd van haar handtas, die ze op haar schoot hield.
“Bekennen? Wat precies? Ik – u weet het misschien niet, maar ik behandel niet langer het dossier van de moord op consul Ter Linden.”
“Daar ben ik me van bewust, meneer Haspelaer, maar ik kan enkel u vertrouwen.”
“Misschien is dat wel zo, maar wat u me ook gaat zeggen, mevrouw Cliteur, de kans is groot dat ik er niks mee zal kunnen doen.”
Chrystelle reageerde niet en haalde een rechthoekig, plat en wit object uit haar handtas dat er op het eerste zicht uit zag als een smartphone, maar geen scherm had. Ik wist instinctief dat dit design kwam van De Maakbare Mens. Mijn databases herkenden het niet.
“Wat is dat?” vroeg ik.
Chrystelle schoof een kleine schakelaar naar links aan de bovenkant van het apparaat en ik was onmiddellijk verlamd. Niet alleen dat, het voelde alsof mijn lichaam werd opengereten door datastromen.
“Ik ga u geen kwaad doen,” zei Chrystelle zacht, en ik geloofde haar, maar ik was in blinde paniek. Ik kon niet spreken en had geen controle over mijn lichaam.
“Stefanie zei dat u mogelijk in paniek kon raken. Het is informatie die op u afkomt en u zal gebruiken als relais. Het spijt me, want u lijkt me een aardige man.”
Haar woorden kalmeerden me een klein beetje en ik snapte nu hoe zowel Heinz Spritzmann als Richard Molckx-Verpist haar naar waarde schatten (of hadden geschat?), ondanks de platvloerse objectificatie waar Spritzmann de meeste vrouwen aan onderwierp, of Dickie Verpists tomeloze superioriteitscomplex.
Beelden en opnames van vergaderingen in ‘Het roze ballet’ met Verpist die openlijk toostte op de Roze Coalitie. Het Eigen Huis van Wanda Froger waar jonge Zuidoost-Aziatische kinderen met Wanda “speelden” in haar zwembad. Marc Priem bij de turbine die consul Ter Linden aan flarden zou draaien en opnieuw Marc Priem die Cabron San Tander een oorvijg gaf met zijn boerse, Permeke-achtige hand. Vitellius’ geheime opnames op het kantoor van Ter Linden – geheime conversaties met consul Ultor-Onghenae – Verpist die in bed aan Chrystelle met een grijns bekende dat de Schijtende Vrienden een “deal” hadden met Ultor – Ter Linden met een rood hoofd, twee mannen aftrekkend in ‘Het roze ballet’ – de nep-Mr. Priester die Ter Linden door de turbine draaide en een regen aan goor veroorzaakte – de stemmen van Rita Dorfs en Martine Poederdrie in de Broekentoren over respectievelijk “het einde van onpraktische democratie” en “cyberisatie van het geweldmonopolie” – de bouwplannen van de nanozwermen in de Spetskop en mezelf – een volledige tijdlijn van alle gebeurtenissen – de Spetskop die de raid leidde op de Villa Ramona en dan de andere huurlingen vermoordde en hun lijken in de zee liet verdwijnen, verzwaard met een BaekelandtBak – Martine Poederdrie die woedend opstapte, happend naar adem, nadat ze het moest afleggen in een simpel debat tegen een Mr. en Poederdrie geen argumenten meer had om Luxemburgers over dezelfde kam te scheren – weer de Broekentoren, met een dronken Ultor-Onghenae die het volk bestempelde als “gepeupel” en “een bende domme debielen”. Het voelde als een urenlange geseling waar ik niet kon van wegkijken.
“Het spijt me,” zei Chrystelle nogmaals, en toen was het voorbij. Alles was via mij doorgestuurd en ongefilterd terechtgekomen op alle sociale media en de officiële staatswebsite. De SD-kaart van Stefanie Baekelandt smolt sissend weg in mijn huid.
Het laatste beeld was van Verpist en Froger die sinaasappelschillen en nootjes naar Socarus gooiden, die in een kooi zat. Zijn lichaam was bedekt met slecht geheelde littekens en etterende wonden. Achter hen stond een grimmige Janus Ultor-Onghenae die gromde: “de idioot-keizer, we hadden hem beter afgemaakt als de gehandicapte die hij is.”
Ik kreeg terug de controle over mijn lichaam. In de verte ging een alarm af, toen nog een, en toen nog een. Chrystelle schoof een visitekaartje onder mijn toetsenbord en stond op.
“Kom ons opzoeken, alsjeblieft,” zei ze, en voor ik iets kon zeggen of wilde zeggen, stond ze op en trippelde ze mijn bureel uit.
10 seconden later stormde de oproerpolitie naar binnen en was het federale politiekantoor van Hegegrad in lockdown.