Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

dinsdag 21 maart 2023

Constellatie: Horum Capricorni

HORUM CAPRICORNI (6:13-7:00)

VOLHARDING

 

En bam, niemand kan d’r an, duusd kilogram, recht ip je tandn.
En bam, we leggn olles lam, bluvn drammn, olles kan, olles kan.
En bam, niemand kan d’r an, duusd kilogram, recht ip je tandn.
En bam, we leggn olles lam, bluvn drammn, den beat bluft hangn. 

Ik wille nie stoefn, mo kgoat ogliek mo vermeldn.
K’è zukke spellement gekocht voe ol me geld te telln.
En ot ezoa nog vodder goat, ton moek nen twiddn bestelln.
Oes vinyl is nu beschikboar, dus kzegget moa voe 't elpn.
Want ik elpe zuo geirn, voe uw geld ut te geevn.
U olles ofluuzn, dat is min grotste streevn.
M’overvolln u met muziek, de beats doen mie beevn.
Stikt uw handn in de lucht, uw geld of uw leevn.


Ik rook een vredespijp.

Het internet is op. Ik weet niet meer waar ik moet kijken. De vaste waarden heb ik al drie, vier keer ververst, zonder dat er nieuwe content op is gekomen die me interesseert. Dan maar terug verdwijnen in een Wiki-wormgat. Van tak naar tak springen en nutteloze kennis verzamelen zoals een eekhoorn die niet meer weet wat-ie nu weer met al die eikels aan moet maar ze driftig blijft bijeenscharrelen omdat zijn breintje in een soort stack overflow gegaan is. Misschien is dat het ware menselijke nulpunt wel. Niet de leegte, maar de eindeloze herhaling (het vak Hedendaagse wijsbegeerte).

Ik rook een oorlogspijp.

De Tibetanen noemden zulke mensen ‘hongerige geesten’, entiteiten die zelf geconsumeerd waren door consumptie en toch nooit genoeg hadden.

Ik pijp mezelf, daarna cancel ik mezelf.

Er zweeft langzaam een mini-zeppelin door m’n appartement vol ontsnapte gedachten (het vak Vergelijkende literatuurwetenschap II).

Zeppelins zijn als 3D-brillen, minirokken voor mannen, amfibievoertuigen en kleren die binnenstebuiten gedragen een andere set kleren worden: ze klinken futuristisch maar bestaan allemaal al lang, eens in de zo veel tijd probeert men met wisselend succes het concept weer aan de man te brengen om tenslotte toch weer terug te keren naar de kleine niche waar het in zat. “Het publiek is er nog niet klaar voor,” denken de ontgoochelde pioniers van het moment dan. Ik weet dat nog zo niet, want Jan Publiek is duidelijk wel klaar om tal van nog fantastischer Rattenvangers van Hamelen te volgen met nog overdonderendere beloftes. Maar aangezien ik mezelf net gecanceld heb, mag ik hier niets over zeggen.

“We mogen hier niets meer zeggen,” een uitspraak die zichzelf onmiddellijk vernietigt. De onderliggende betekenis van deze theatrale rouwsnik is eigenlijk in werkelijkheid: “Ik vind het verschrikkelijk dat anderen me wijzen op de inhoud en implicaties van wat ik zeg en ik vind kritische zelfreflectie een super-eng idee.” Ironisch genoeg is dat pathetische grienen over vermeende censuur juist het holle sentimentalisme dat de would-be gecancelde zo graag hekelt bij zijn of haar tegenstand uit progressieve middens. Dat het allemaal maar draait om oppervlakkige overgevoeligheid als een zwarte persoon moeite heeft met een figuur als Zwarte Piet, of als een vrouw zegt dat ze zich onveilig voelt als ze te maken krijgt met een opdringerige mannelijke baas. Een ander woord dat in die context voortdurend opduikt is “heksenjacht” – ironie kon niet ironischer zijn dan rijke, machtige mannen die dit woord onironisch in de mond nemen over hun vermeend slachtofferschap, aangezien historische heksenjachten doorgaans precies door hun vroegere evenknieën werden georganiseerd en één van de meest brutale uitingen waren van vrouwenhaat in de Renaissance en de Vroegmoderne Tijd (het vak Algemene Europese geschiedenis III).

Dit is maar een extract van het elfde hoofdstuk van 'Constellatie', dat je vanaf 15 april digitaal kan kopen op Boekjeswebshop. Enkel Patreon-abonnees hebben toegang tot de volledige hoofdstukken en kunnen het boek later ook gratis krijgen.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten