Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

vrijdag 24 maart 2023

Constellatie: Horum Aquarii

HORUM AQUARII (7:01-7:57)

SUBVERSIE 

정숙해 보이지만 노는 여자

이때다 싶으면 묶었던 머리 푸는 여자

가렸지만 웬만한 노출보다 야한 여자

그런 감각적인 여자

나는 사나이

점잖아 보이지만 노는 사나이

때가 되면 완전 미쳐 버리는 사나이

근육보다 사상이 울퉁불퉁한 사나이

그런 사나이


Immers, mijn allergrootste ambitie ooit was ergens een plek veroveren tussen de namen die je gewoon bent terug te zien op boekenkaften en misschien in een nicheprogramma of -katern van een mediahuis met een zwak voor cultuur. Ik heb dan ook uren, maanden, miljoenen jaren besteed aan het polijsten van mijn vertelkunst. Met mijn verstand heb ik geprobeerd om erg complexe filosofieën te doorgronden en indien mogelijk er ook nog iets mee te creëren. Als jager-verzamelaar verkende ik werelden en talen in boeken, in internetgrotten en over bergketens van sociale media. Ik accepteerde daarbij grotendeels alleen te zijn. Korte pogingen met andere nomaden samen te spannen leverden te weinig op. Het klikte niet voldoende, ze waren niet ambitieus genoeg (“hoezo deze steppe is te klein?”) of juist niet betrouwbaar genoeg (“waar de fuck is jouw deel van onze grotschildering, Ivargh?”).

Maar nu is er geen – fysiek – hinterland meer en de kans is groter dat SPOILER ALERT een dergelijke expeditie opgehangen in een vuurtoren zou eindigen als in Brave New World.

Er is al bij al ook zo veel niet dat erg romantisch is aan een nomadisch leven. De constante onzekerheid. Het gebrek aan hygiëne. Erg klein zijn in een erg grote wereld waar je zo al weinig kan claimen als iets van jezelf. Er is tenslotte een reden waarom de meeste gemeenschappen, eens ze landbouw definitief onder de knie kregen, niet meer achterom keken naar het jager-verzamelaarsbestaan, ondanks de vele negatieve gevolgen van een sedentair leven, zoals zwakke kaken, het patriarchaat en kromgewerkte ruggen.

En toch voel ik de lokroep soms nog. Dan deint mijn geest uit over de wijk, tot hoog boven de stad, zelfs tot in de ruimte, omdat ik alles wil kunnen zien en bevatten. Maar ook dat psychische hinterland is aan het verkleinen aan een ijltempo en dreigt me mee op te slokken. Nu steeds duidelijker wordt dat ik alleen blijf in mijn mentale zwerfsterschap, de uitgeefgilde niet op me zit te wachten en in sommige aspecten zelfs actief weerstand biedt en dat de bredere wereld, omdat die me moeilijk kan catalogeren als iets, me dreigt te catalogeren als niets, kijk ik achterom en zie ik de gezinnen die opgebouwd worden, de huizen die gekocht zijn, het geld dat vergaard is, de promoties die gemaakt zijn, de condities die onderhouden zijn. “And I dreamt of you / I tried to buy in late / All you said was “don’t forget to beg”.”  

Dit is maar een extract van het twaalfde en voorlaatste hoofdstuk van 'Constellatie', dat je vanaf 15 april digitaal kan kopen op Boekjeswebshop. Enkel Patreon-abonnees hebben toegang tot de volledige hoofdstukken en kunnen het boek later ook gratis krijgen.  

dinsdag 21 maart 2023

Constellatie: Horum Capricorni

HORUM CAPRICORNI (6:13-7:00)

VOLHARDING

 

En bam, niemand kan d’r an, duusd kilogram, recht ip je tandn.
En bam, we leggn olles lam, bluvn drammn, olles kan, olles kan.
En bam, niemand kan d’r an, duusd kilogram, recht ip je tandn.
En bam, we leggn olles lam, bluvn drammn, den beat bluft hangn. 

Ik wille nie stoefn, mo kgoat ogliek mo vermeldn.
K’è zukke spellement gekocht voe ol me geld te telln.
En ot ezoa nog vodder goat, ton moek nen twiddn bestelln.
Oes vinyl is nu beschikboar, dus kzegget moa voe 't elpn.
Want ik elpe zuo geirn, voe uw geld ut te geevn.
U olles ofluuzn, dat is min grotste streevn.
M’overvolln u met muziek, de beats doen mie beevn.
Stikt uw handn in de lucht, uw geld of uw leevn.


Ik rook een vredespijp.

Het internet is op. Ik weet niet meer waar ik moet kijken. De vaste waarden heb ik al drie, vier keer ververst, zonder dat er nieuwe content op is gekomen die me interesseert. Dan maar terug verdwijnen in een Wiki-wormgat. Van tak naar tak springen en nutteloze kennis verzamelen zoals een eekhoorn die niet meer weet wat-ie nu weer met al die eikels aan moet maar ze driftig blijft bijeenscharrelen omdat zijn breintje in een soort stack overflow gegaan is. Misschien is dat het ware menselijke nulpunt wel. Niet de leegte, maar de eindeloze herhaling (het vak Hedendaagse wijsbegeerte).

Ik rook een oorlogspijp.

De Tibetanen noemden zulke mensen ‘hongerige geesten’, entiteiten die zelf geconsumeerd waren door consumptie en toch nooit genoeg hadden.

Ik pijp mezelf, daarna cancel ik mezelf.

Er zweeft langzaam een mini-zeppelin door m’n appartement vol ontsnapte gedachten (het vak Vergelijkende literatuurwetenschap II).

Zeppelins zijn als 3D-brillen, minirokken voor mannen, amfibievoertuigen en kleren die binnenstebuiten gedragen een andere set kleren worden: ze klinken futuristisch maar bestaan allemaal al lang, eens in de zo veel tijd probeert men met wisselend succes het concept weer aan de man te brengen om tenslotte toch weer terug te keren naar de kleine niche waar het in zat. “Het publiek is er nog niet klaar voor,” denken de ontgoochelde pioniers van het moment dan. Ik weet dat nog zo niet, want Jan Publiek is duidelijk wel klaar om tal van nog fantastischer Rattenvangers van Hamelen te volgen met nog overdonderendere beloftes. Maar aangezien ik mezelf net gecanceld heb, mag ik hier niets over zeggen.

“We mogen hier niets meer zeggen,” een uitspraak die zichzelf onmiddellijk vernietigt. De onderliggende betekenis van deze theatrale rouwsnik is eigenlijk in werkelijkheid: “Ik vind het verschrikkelijk dat anderen me wijzen op de inhoud en implicaties van wat ik zeg en ik vind kritische zelfreflectie een super-eng idee.” Ironisch genoeg is dat pathetische grienen over vermeende censuur juist het holle sentimentalisme dat de would-be gecancelde zo graag hekelt bij zijn of haar tegenstand uit progressieve middens. Dat het allemaal maar draait om oppervlakkige overgevoeligheid als een zwarte persoon moeite heeft met een figuur als Zwarte Piet, of als een vrouw zegt dat ze zich onveilig voelt als ze te maken krijgt met een opdringerige mannelijke baas. Een ander woord dat in die context voortdurend opduikt is “heksenjacht” – ironie kon niet ironischer zijn dan rijke, machtige mannen die dit woord onironisch in de mond nemen over hun vermeend slachtofferschap, aangezien historische heksenjachten doorgaans precies door hun vroegere evenknieën werden georganiseerd en één van de meest brutale uitingen waren van vrouwenhaat in de Renaissance en de Vroegmoderne Tijd (het vak Algemene Europese geschiedenis III).

Dit is maar een extract van het elfde hoofdstuk van 'Constellatie', dat je vanaf 15 april digitaal kan kopen op Boekjeswebshop. Enkel Patreon-abonnees hebben toegang tot de volledige hoofdstukken en kunnen het boek later ook gratis krijgen.  

vrijdag 17 maart 2023

Constellatie: Horum Sagittarii

HORUM SAGITARII (5:05-6:12)

PROJECTIE

Zal ik jou ‘s effe lekker in je bek schijten?
Of heb je al genoeg poep in je hoofd?
Zal ik jou ‘s effe lekker in je bek schijten?
Of heb je al genoeg poep in je hoofd?
Poep in je hoofd, poep in je hoofd,
Als je ‘t maar gelooft!


Ik ben een locomotief en ik trek een kleine rosse spookwagon mee. Ik grinnik en bedenk me dat hier zijn was wat ik oorspronkelijk had geambieerd deze nacht. Ik kijk naar de sneeuw die om mijn laarzen klontert en dan naar de donkere holte onder de brug en besef dat ik me geen erg sterk beeld had gevormd van hoe het ging zijn om hier rond te wandelen.

Een te sterk beeld van je doel, zo zeggen sommige zelfhulpgoeroes, is juist nefast voor het bereiken van je doel. En als ik even mijn vrienden de boeddhisten mag parafraseren, is het bereiken van dat doel toch een oefening in leegte en lijden omdat het zelden is wat je gehoopt had dat het ging zijn, en zelfs als het dat allemaal is, is het zo weer voorbij. Daartegenover, pruttelt de filosoof in mijn hoofd, staat dan weer Sloterdijk die neo-Nietzscheaans vindt dat het bereiken van een top juist uitnodigt tot het bereiken van een nog hogere top en dat dat juist motiverend zou werken. Ik weet het niet. Terwijl ik met Tyr achter me aan de straat over steek, ik krakend door de sneeuw, hij stil met zijn hooghartige pootjes ploeterend door het witte plak, denk ik dat de moraal van verhalen over ambities vaak liggen in de kreukelzone van de totale mislukking. Dat is niet nieuw: het sprookje van de fee van Pari Banoe gaat ook zo. De prinsen Ali, Hussein en Ahmed houden een boogschietwedstrijd om te mogen trouwen met prinses Nuronnihar – wie het verste schiet, die wint de hand van de prinses. Hussein verliest en wordt een verbitterde geestelijke. Ahmeds pijl wordt niet gevonden dus mag Ali de prinses huwen. Omdat Ahmed op zoek gaat naar zijn pijl, begint daar pas zijn ware avontuur.

[Comedyreeks]

Een student geeft zich op internet uit als een doctrinaire extreemlinkse denker om op een creatieve manier mensen op te jutten in politieke discussies. Hij leeft zich zo hard in in zijn rol als communist dat hij uiteindelijk een overtuigde communist wordt.

[twee seizoenen van 7 afleveringen, met bonusmateriaal, beschikbaar op Hulu]

Onder de brug aangekomen treedt er een tweede laag stilte in die tegelijk killer en duisterder is dan die op straat, en toch ook meer lawaai maakt. Omdat hier geen sneeuw ligt, klinken voetstappen normaal, maar omdat de echo’s weerkaatsen tegen de wanden, weer abnormaal. Tyr volgt geruisloos op zijn spookpootjes.

Ik ga even zitten tegen de scheve stutwand en kijk voorbij de pilaren aan de waterkant rechts uit over het water van de Brugse Vaart, dat zwarter is dan zwart, nachtelijker dan de nacht zelf. Ik steek een sigaret aan. Tyr snuffelt aan een platgetrapt blikje. Er is een klein beetje wind, maar voorts is het stil, er is zelfs geen geluid van verre auto’s of occasionele fietsers op dit dode uur, doder dan de dood zelf, maar ik heb het hier naar mijn zin nu ik de duisternis zelf als een vertrouwde mantel om me heen voel.

Ben ik nog steeds mijn pijl aan het achterna gaan, vraag ik me af, en zo ja, wanneer heb ik die weggeschoten? Was het toen ik 14 was en besloot op te houden met serieus bezig te zijn met tekenen ten voordele van het schrijven? Was het toen ik 13 was en begon aan mijn Conduit-cyclus, die nu zo goed als af is maar nog een grafisch designer en 4 jaar redactie nodig heeft?

Had mijn pijl een volledige omwenteling gemaakt rond de zon, had hij me misschien terug in de rug kunnen treffen en me in een tweede loopbaan grafisch designer gemaakt, zodat ik nu mijn eigen cyclus kon illustreren.

[Dansvoorstelling]

Een gevestigde journalist denkt abusievelijk dat de consensus in het medialandschap te links is (street dance) en begint allerlei rechtse figuren te lanceren in de opiniesfeer (hardstyle). 25 jaar later krijgt hij de kogel onder een extreemrechts regime (breakdance) en desavoueren de mensen die hij hielp groot maken hem.

[première in het Capitool in Gent, regie van M. Boudry, tickets €21]


Dit is maar een extract van het tiende hoofdstuk van 'Constellatie', dat je vanaf 15 april digitaal kan kopen op Boekjeswebshop. Enkel Patreon-abonnees hebben toegang tot de volledige hoofdstukken en kunnen het boek later ook gratis krijgen.  

dinsdag 14 maart 2023

Constellatie: Horum Ophiuchi

HORUM OPHIUCHI (4:74-5:89)

QUANTUM

I jumped in the river and what did I see?
Black-eyed angels swam with me
A moon full of stars and astral cars
All the things I used to see
All my lovers were there with me
All my past and futures
And we all went to heaven in a little row boat
There was nothing to fear and nothing to doubt

I jumped into the river
Black-eyed angels swam with me
A moon full of stars and astral cars
And all the things I used to see
All my lovers were there with me
All my past and futures
And we all went to heaven in a little row boat
There was nothing to fear and nothing to doubt

There was nothing to fear and nothing to doubt
There was nothing to fear and nothing to doubt


Ik herinner me Sofia. Alle plekken waar ze in dit appartement gestaan heeft of gezeten heeft. Ze danste hier steeds zeer voorzichtig rond en ging altijd op de randen van stoelen en zetelleuningen zitten, alsof ze er zeker van wilde zijn dat ze nergens een grote indruk ging nalaten. Maar ze had net zo goed maanlaarzen aan kunnen gehad hebben of al mijn kamers kunnen doordrenkt hebben met mirre en wierook. Ik herinner me alles, zelfs de heel erg fijne, nauwelijks zichtbare donshaartjes op haar arendsneus als het licht door het autoraam naar binnen kwam en ze naast me zat. Of hoe één blik tussen ons soms voldoende was om ons de slappe lach te geven ’s avonds laat, als ik haar terug naar huis bracht onder de gestreepte vingerlichten van de E40. “Je had er bij moeten zijn,” zeggen ze dan, “om alles te begrijpen,” maar zelfs wie ergens bij is, begrijpt er meestal nauwelijks iets van. Je lichaam weet nadien wel dat het ergens gewond is geraakt, maar waar en hoe? En dan ben ik kwaad dat ze nooit haar verantwoordelijkheid heeft genomen om in het reine te komen met dat eindeloze aarzelen, die frequente ghosting, het uitblijven van een coherente uitleg. Enkel zelfbeschuldigingen, nutteloze spijtbetuigingen, “enkel brieven, enkel woorden vaak van spijt.” Nu, dat muziekkoppel (Erik en Sanne) trouwde tenminste en leek toch een lang en gelukkig te beleven, maar wat weet ik daarvan. Wie weet had Erik een druiper en kregen ze elke zomer slaande ruzie over de kleur van hun tuinmeubelen.

Een rij zwarte dozen paradeert op pootjes door de kamer als malevolente figuranten uit Fantasia, een Disney-tekenfilm die je eigenlijk niet hoort te tonen aan kinderen.

Ik herinner me dat ik als een glazige aardappel, met blozende kaken en volledig weg van de wereld, die tekenfilm aanschouwde in het huis van erg verre familieleden, op een groot feest in een smalle, zeer lange tuin. Mijn broers en ik waren de enige kinderen en ze hadden ons in de living gezet, middenin de faux fermette-meubels en de jaren ’70-zetels met een bekleding uit velours of in een nep Louis XVI-stijl, met op tv Fantasia, want “dat is een tekenfilm, dus het zal wel voor kinderen zijn.” Ik vond het van begin tot eind een onbegrijpelijke nachtmerrie zonder plot, als een eeuwig galmend orkest of als gevangene zijn van een eindeloze zondagsmis vol complexe rituelen die niemand uitlegt maar die iedereen blindelings volgt.

Ik herinner me dat Yara, of was het Valentina, of was het Violette, het was in elk geval een gediplomeerde psychologe waar ik mee aanpapte, serieus-onserieus suggereerde dat ik maar eens in psychoanalyse moest. Maar wat zou ik daar meer hebben gevonden dan schildpadden die schildpadden schragen tot in de oneindigheid?

Ik herinner me dat Natasja me een verhaal vertelde van haar zus, die toen stage liep bij een dierenarts, hoe er een arme schildpad was binnengebracht waarvan de top van het schild was afgesneden door een grasmaaier (per ongeluk). Het dier was verlamd geraakt en moest ingeslapen worden. De tranen sprongen spontaan in mijn ogen.

Ik herinner me dat “tear” in het Engels zowel “traan” als “scheur” betekent (beide anders uitgesproken), maar dat “tier” – niveau – als het woord voor ‘traan’ wordt uitgesproken.

Ik herinner me alle woorden, maar geen enkel ervan dringt echt door. Geluiden, beelden, aanrakingen. Als je de taal zelf ontstijgt, begin je dan weer van voor af aan, zoals een baby of een persoon met dementie?

Ik herinner me dat Carolina opmerkte dat de Korsakoff van “het syndroom van Korsakoff” zelf eigenlijk klinkt als een goor merk vodka van een Hollandse discounter.

Ik breek de banvloek, rijs verdacht vloeibaar uit mijn poel op en maak me nog een drankje. Ik doe er ijsblokjes bij. Buiten sneeuwt het even niet, maar in alles voelt mijn lichaam dat die er aan zit te komen voor een tweede ronde. De wereld houdt de pauzeknop ingedrukt en ik drink dankbaar van dit quantummoment waarin ik herinneringen kon sorteren, oude littekens kon catalogeren en kon proberen om afstand te nemen van die vreemde landen die voorbije jaren geworden zijn. Statistisch gezien zit ik in de helft van mijn leven, maar statistisch gezien is het glas waarvan ik drink 90% lege ruimte tussen atomen en statistisch gezien krijgt elke Belgische vrouw 1,8 kinderen, waarvan je die 0,8 na dat eerste mysterieus genoeg nooit lijkt te zien. 


Dit is maar een extract van het negende hoofdstuk van 'Constellatie', dat je vanaf 15 april digitaal kan kopen op Boekjeswebshop. Enkel Patreon-abonnees hebben toegang tot de volledige hoofdstukken en kunnen het boek later ook gratis krijgen.  

vrijdag 10 maart 2023

Constellatie: Horum Scorpionis

HORUM SCORPIONIS (3:59-5:04)

DE VREEMDELING

Non ho bisogno di parole
Non abbiamo mai avuto tanto da dirci
Non potevo più affascinarti
Dicono che sono bella
Ma non tanto interessante
Ho bisogno di armonia
Desidero armonia
Si tratta di te e di me
Solo questo è importante
Ogni giorno quando mi sveglio

Sento freddo


Ik kijk weg van haar en zie de sneeuwvlokken nu echt dik naar beneden vallen als in een sprookje. Tyrs spook zit op een afstandje en heeft zich neergekruld op een kussen. Hij kijkt van Alessia naar mij en weer terug alsof hij een soort chaperon is.

“Wat doe je zo in je dagelijkse leven?”

“Boeken lezen, schrijven, soms websites maken, wandelen, de kattenbak schoonmaken, mijn pornocollectie sorteren. Het gewone leven dus.”

“Waarom zou je een pornocollectie sorteren?”

“Omdat dat handig is om dingen terug te vinden.”

Alessia lacht, en met een steek in m’n hart besef ik dat het te lang geleden is dat ik hier in dit appartement nog eens een spontane lach hoorde van een persoon die ik niet al kende.

“En wat doe jij in je dagelijkse leven?” kaats ik haar eerdere vraag terug.

“Ik ben porno-actrice.”

Ze giert het uit van het lachen en ik lach mee.

“Al in veel films meegedaan die prijzen hebben gewonnen?”

“Niet echt. Meer het indie-circuit, zie je.”

“Hollywoodporno is te commercieel.”

We nemen allebei een slok van onze glazen.

“Nee maar serieus, wat doe je zo van dag tot dag?”

“Dat gaat je eigenlijk niet aan, Sherlock Holmes.”

Ze glimlacht en ik denk er weer aan dat ze zich misschien ooit heeft laten opereren aan haar mond. Haar tanden zijn klein maar hagelwit.

“Ben je hier geboren dan eigenlijk?” vraag ik om het over een andere boeg te gooien.

“Nee,” zegt ze na een trek van haar geleende sigaret, “ik kwam naar België met mijn vader toen ik 5 was. Mijn moeder was drie jaar daarvoor gestorven.”

“Sorry.”

Ze maakt een vaag handgebaar.

“Het is ok.”

“Mijn eigen moeder heeft haar vader nooit gekend,” zeg ik dan, “hij stierf toen ze nog een baby was. Nadien hertrouwde haar moeder met een 9 jaar jongere man die dan nog eens haar volbloed kozijn was.”

Alessia grinnikt: “Ben je zeker dat je familie niet uit de Balkan komt?”

“Vlaanderen is de Balkan van West-Europa.”

Alessia neemt mijn appartement in zich op. Misschien is ze architecte en werkt ze altijd ’s nachts omdat ze niet om kan gaan met daglicht.

“Maar serieus, wat doe jij dan zoal, op normale dagen, buiten je porno sorteren?”

“Ik schrijf.”

“Wat schrijf je?”

“Proza, poëzie, opinies, columns, verhalen… alles behalve drama, eigenlijk.”

“Da’s cool.” Ze lijkt het te menen. Misschien is ze een vampier. Ze is tenslotte Roemeens. En ik heb haar zopas binnengelaten.

“Niet zo cool. Het is wat ik doe.”

“Heb je al boeken geschreven?”

“Eén uitgegeven boek. Zes onuitgegeven boeken waar ik al meer dan 20 jaar aan werk.”

“Zou ik het ergens kunnen lezen of vinden – dat ene boek, bedoel ik?”

Ik grinnik en weet niet goed waarom, maar ik gebaar haar te wachten en ik ga naar mijn bibliotheek annex bureau annex masturbatorium en haal uit de boekenkast een exemplaar van het boek. Ik overhandig het haar. Ze opent het, streelt het erg zacht en leest de flaptekst. Ik merk dat ze lange, benige vingers heeft als van een pianospeelster. In mijn verbeelding is ze nu een wat gekke zangeres in een rokerige nachtclub. Maar zou ze dan zelf roken?

“Wil je het hebben?”

“Ik… ik heb enkel nog geld genoeg voor de taxi.”

“Je krijgt het,” zeg ik met een wuivend gebaar.

“Nee, nee. Dit is jouw werk. Je moet daarvoor betaald worden.”

“Niet als het een geschenk is.”

Ze neemt een trek van haar sigaret en drukt ze uit in de asbak. Misschien is ze recensente van slechte literatuur en art brut. En tegelijk een vampier. Die staan er immers om bekend dat ze belangstelling hebben voor cultuur – en voor seks OFF-SCREEN COMMENTAARSTEM: Poate că și tu ești un vampir, Anton.

“Zomaar?”

“Zomaar,” zeg ik plechtig. Ze lacht opnieuw haar kleine, hagelwitte tanden bloot.

“Jij bent een vreemde man.”

“Zegt de vreemde vrouw die hier zelf zit.”

Ze lacht deze keer niet.

“Ik kom altijd vreemde mensen tegen. Dus dit past wel.”

Ze stopt mijn boek in haar handtas. Haar telefoon gaat af. Ze reageert er niet op, komt dan langzaam overeind en drukt me een heel erg zachte kus op m’n voorhoofd. Misschien heeft ze toch niet laten werken aan haar mond. Ze vist dan haar telefoon uit haar jaszak en uit haar andere jaszak haalt ze iets wat ik niet kan zien omdat ze haar rug naar me toe keert. Opnieuw valt me op dat ze kleiner is dan ze lijkt omdat ze zo tenger is.

“Ja. Ok. Goed. Ik kom!”


Dit is maar een extract van het achtste hoofdstuk van 'Constellatie', dat je vanaf 15 april digitaal kan kopen op Boekjeswebshop. Enkel Patreon-abonnees hebben toegang tot de volledige hoofdstukken en kunnen het boek later ook gratis krijgen.  

dinsdag 7 maart 2023

Constellatie: Horum Librae


HORUM LIBRAE (2:58-3:58)

BESCHAVING 

La caresse et la mitraille
Et cette plaie qui nous tiraille
Le palais des autres jours
D'hier et demain
Le vent les portera


Ik sta op en ga door de gang en de woonkamer naar het balkon om wat koele lucht in te ademen. Ik ben alleen. Buiten de occasionele auto die passeert is er niemand en vervluchtigt mijn adem weerloos boven de straat, drie meter dieper. Helemaal vanuit mijn troonkamer klinkt pompende techno van Vitalic. Ik kan mijn inkten voetstappen traceren, die mee pulseren op de ritmes. Is het toch waar, dat ik altijd achterwaarts vooruit gelopen heb? Dat ik altijd blind de toekomst in ben gevaren omdat ik voortdurend het verleden in de gaten moest houden, opdat het niet zou transformeren tot onverdiende nostalgie?

De trillende baslijnen kondigen een nieuwe muzikale bezoeker aan die patronen op de deuren begint te tekenen. Rooms van Sasha (de Britse producer, niet de Duitse maker van camambertballads en ook niet de Duitse eurodanceproducer) begint te spreken: “The coast is clear – open road / I watch you reach for another / The dreams we had are getting old / Too far away to remember / Sometimes it’s better not to know/ Some doors should always stay closed / Rooms that you are never going to”. Er zit iets in mijn borst van lood. Toen ik vorig jaar 36 werd zei ik dat, ondanks de tegenslag van de laatste jaren, ik wel kon terugkijken op een half leven waarin ik de meeste dingen die ik deed niet anders zou gedaan hebben. Nu twijfel ik daar aan.

Ik staar het verleden in, soms om dingen opnieuw te evalueren. Soms om mezelf ervan te verzekeren dat ik het niet beter had kunnen doen. Soms om te verklaren waarom ik nu zo diep in de stront zit.


Dit is maar een extract van het zevende hoofdstuk van 'Constellatie', dat je vanaf 15 april digitaal kan kopen op Boekjeswebshop. Enkel Patreon-abonnees hebben toegang tot de volledige hoofdstukken en kunnen het boek later ook gratis krijgen.  

vrijdag 3 maart 2023

Constellatie: Horum Virginis



HORUM VIRGINIS (2:10-2:57)

DETAIL 

Jeg har ingenting
Men jeg har alt
Når jeg har deg


Soms erger ik me aan mezelf als ik weer de politieke toer op ga. Omdat die explosieve cocktail van idealen en emotie introduceren in m'n creatieve werk voelt als het tekenen van een sombere schaduw of het toevoegen van een nadrukkelijke kleurfilter. Waar is dan nog het persoonlijke, het echte artistieke? Maar misschien is het omgekeerd, en zijn creatievelingen al te vaak de eersten om onnodig en enthousiast hun hals door de strop van het apolitieke te steken. Letterlijk als onnozele halzen. Want, hoe je het ook draait of keert, we zijn hier allemaal samen en leven in dit zompige nu. L'art pour l'art is ofwel steriel en irrelevant, ofwel het product van mensen die de luxe hebben om zich te kunnen onttrekken van de veelvormige hydra van de banaliteit. En dat is het. Je wil niet bezig zijn met die banaliteiten, zoals je belastingbrief, checken welk voedsel nu ethisch geproduceerd is, zitten luisteren naar de zoveelste beunhaas die zot is van zijn eigen glorie.

De Israëlische intellectueel en historicus Yuval Noah Harari beweert dat dataïsme de religie is van de nabije toekomst. Misschien is ze dat zelfs nu al, of bouwt ze het platform om de nieuwe religie op te installeren. Maar wat doen we dan met het irrationele? De diepe kronkels, zoals de lachstuipen, de kinks, de onverzettelijke haat of de angst? Dat we nog geen echte zelfbewuste artificiële intelligentie kunnen bouwen, betekent immers dat we nog niet alles begrijpen over wat bewustzijn maakt tot bewustzijn – een probleem dat Harari overigens zelf ook erkent, hoewel hij eerder lijkt te geloven dat het mogelijk is voor mensen om zelfbewustzijn te creëren als bijproduct en zonder intentie, zoals wijzelf ook zelfbewustzijn hebben verkregen zonder intentie of duidelijk aanwijsbare reden, tenzij je gelooft in God.

Ik haat niet.

Ik heb soms de slappe lach.

En ik voel erg veel angst.

Soms voel ik de angsten als dunne druppels naar beneden rollen over een donker venster, soms is het een inktzwarte nevel die me helemaal dreigt op te slokken. Soms is de angst abstract en onbestemd, unheimisch en bijna kosmisch, dan weer neemt de angst vele concrete gezichten aan, maar doorgaans komen de angsten neer op twee hoofdcategorieën. Angst voor een vroegtijdige dood (die mijn eigen schuld is) en angst om gewogen te worden en te licht te worden bevonden (een ander soort dood, zeg maar).

Ik verzet me met alle macht tegen die angsten, soms door me in de eerste de beste mijnschacht vol drank, seks en drugs naar benden te werpen met doodsverachting, soms door 160km/u te rijden ’s nachts op de E40 als er geen verkeer is. Je zou die kunnen zien als een vlucht in plaats van als een gevecht, maar het is geen vlucht, dat zou betekenen dat ik mijn angsten niet onder ogen wil komen of het hoofd niet te bieden, wat ik juist elke dag doe. Sinds mijn tienerjaren heb ik nu en dan golven van paniekaanvallen maar het duurde tot mijn 33ste eer ik die kon duiden als dusdanig. Het was voordien altijd een gebrek aan energie, hyperventilatie, en ga zo maar verder. Maar toch ben ik door elke aanval heen geploeterd. Ik weigerde om thuis te blijven en mijn cirkels klein te houden uit schrik om angstig te zijn. Ik bleef verschijnen aan kassa’s hoewel me die soms een onredelijke angst inboezemden.

De telefoon pingt opnieuw en ik besef dat ik mijn ogen gesloten had. Zou het opnieuw Olivia zijn?


Dit is maar een extract van het zesde hoofdstuk van 'Constellatie', dat je vanaf 15 april digitaal kan kopen op Boekjeswebshop. Enkel Patreon-abonnees hebben toegang tot de volledige hoofdstukken en kunnen het boek later ook gratis krijgen.