Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

vrijdag 24 februari 2023

Constellatie: Horum Cancri

HORUM CANCRI (23:59-0:54)

MEER

I say
Put your head back, lay your hair down
Listen to the waves, put your head under the water
Put your head back, lay your hair down
Listen to the waves, put your head under the water


Ik steek een sigaret op en laat me met opgeheven armen dieper het bad in glijden tot het warme water mijn okselholtes bereikt.

Water, een oersymbool voor geboorte. Vandaar het doopsel.

Water, een oersymbool voor reddeloos verlies. Vandaar de dope.

Water, een oersymbool voor waanzin. Vandaar dat overstroming zo’n krachtige metafoor is voor het redeloze van de natuur of de omkering van alle orde, waar land water wordt en structuren oplossen. Maar gebrek aan water is evenzeer een metafoor voor de afwezigheid van leven, het starre en verdorde, de dood zelf. De zee! De zee – het ultieme symbool van entropie en van waanzin (voor landdieren zoals wij, alleszins). Vulkaanuitbarstingen, stormen en aardbevingen zijn apocalyptisch, maar de overstroming is de oermoeder van de apocalypsen.

“Het is verdomme ook nooit goed,” vloekt God.

Toch geeft bijvoorbeeld aan het strand zitten op een duin en staren naar de zee me altijd rust gegeven. Evenzeer vind ik het idee aantrekkelijk van in een woestijn te zijn met niets dan duinen en hemel. In beide gevallen ben ik op de rand tussen twee werelden, of een schadeloze vreemde dichtbij een vijandige uitgestrektheid. De overtreffende trap daarvan is de ruimte natuurlijk. Wat een zaligheid moet het zijn om op de rand van de menselijke belevingswereld te staan en volledig doordrongen te zijn van je eigen ridicule kleinheid. Dat besef kan ik niet zomaar even opwekken hier in bad, ofschoon het evenzeer waar is hier als in een gaswolk miljarden lichtjaren ver, maar opnieuw: dat is niet wat het lichaam per se voelt en daarom is die waarheid in een warme badkuip een even grote abstractie als volgend jaar mijn belastingen invullen of binnen twee jaar live op postkantoor door een gat in het loket afgezogen worden door een kale clown.

Sommige van mijn beste verhalen en gedichten zijn ontstaan in bad, omdat ik dan niets anders kan doen dan ter plekke in die vreemde 1m80 geëmailleerd metaal blijven liggen tot ik het gevoel krijg dat het genoeg geweest is en dat ik nu wel proper moet zijn. Nadien was ik altijd m’n haar terwijl het water wegspoelt en ik alle restjes een handje help met de douchekop, opdat ik later niet geconfronteerd moet worden met mijn eigen lichamelijke koffiedik dat pruttig op de bodem van het bad is achtergebleven. Zoals de zenmeester Shunryu zei: “als je iets doet, verbrand jezelf dan volkomen en laat geen spoor achter.”


Dit is maar een extract van het vierde hoofdstuk van 'Constellatie', dat je vanaf 15 april digitaal kan kopen op Boekjeswebshop. Enkel Patreon-abonnees hebben toegang tot de volledige hoofdstukken en kunnen het boek later ook gratis krijgen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten