Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

donderdag 22 juni 2023

De keizer van Populië: Straf (III)

De keizer van Populië, hoofdstuk 4 - Straf (III)

III. Half mens, half machine, volledig Haspelaer


DE KELDERS VAN CABRON SAN TANDER, DISTRICT VOGELARIJE, 10:24PM, +3D

De Paling zuchtte en keek me recht aan.
“Zelfs met de beste wil van de wereld ga ik aan uw conditie niets kunnen veranderen, tenzij ik u hier ter plekke dood. Wat ik niet ga doen, uiteraard.”
Ik zuchtte ook en keek naar de grond. Ik zat op een stenen tafel in de kelder van het verzegelde, smoezelige krot van wijlen Cabron San Tander. San Tander had deze tafel voor God wist welke reden gebruikt. Er liepen elektroden van mijn schedel naar allerlei apparaten die De Paling in de kelder had opgesteld.
“Maar zo kan ik toch niet aanblijven bij de politie, laat staan het onderzoek leiden?”
“Misschien. Maar als u de politie verlaat, tekent u uw eigen doodsvonnis.”
Mijn vreemde gewaarwordingen tijdens het gesprek met Satan waren nog sterker geworden toen ik bij De Paling in de auto was gestapt en die bijna de hele rit gezwegen had, tot ik eruit gegooid had dat ik ofwel schizofreen aan het worden was, ofwel dat Lief Anneke een chip in mijn hoofd had ingeplant die me probeerde te sturen. De Paling had me onmiddellijk een volgeschreven notebloc toegeworpen uit zijn binnenzak. Daarin legde hij in kleine blokletters uit dat hij te weten was gekomen dat Lief Anneke onder impuls van Rita Dorfs en Satan inderdaad een chip had ingeplant in mij met de gedigitaliseerde persoonlijkheid van Cain Ranzigbotten, de inhoud van de Pipipedia en me enkele experimentele cocktails had toegediend. De Paling had de voorbije dagen in vermomming rondgehangen aan en in het ziekenhuis, gepraat met personeel en kleine hoeveelheden documenten gestolen die dat bewezen. Zijn informatie was onvolledig, maar zijn hypothese was dat de chip me zou verhinderen om de waarheid uit te brengen over de Roze Coalitie en de moord op consul Ter Linden en dat bepaalde augmentaties er ook voor zouden zorgen dat ik “actiever” kon ingezet worden in de ordehandhaving van de toekomst die professor Dorfs en Satan voor ogen hadden. Die visie lag uiteraard stilzwijgend in lijn met de para-fascistische ideeën van consul Ultor-Onghenae.
“Is er een alternatief?” vroeg ik.
De Paling haalde zijn schouders op.
“Er zijn meerdere alternatieven.”
“Vertel.”
“Ik kan de waarheid uitbrengen over uw toestand. Maar dan ben ik binnen enkele uren of misschien dagen dood of gevangen gezet, en u ook – of erger. U kan vluchten naar het buitenland, maar al onze buurlanden hebben uitleveringsverdragen met Populië-Econovina. U kan direct de wapens opnemen tegen de Broekentoren, met wellicht hetzelfde gevolg als de eerste optie. U kan ook doen alsof u het onderzoek verderzet en intussen de staatsapparaten ondermijnen.”
“Maar hoe?”
“De chip van Cain Ranzigbotten duwt u naar een conclusie dat we het nooit echt gaan weten wie consul Ter Linden vermoordde, buiten een vaag-linkse groep, nee?”
Ik knikte.
“En momenteel is de Roze Coalitie fragiel en bang, denk ik. Bent u het eens met mij?”
Ik knikte opnieuw.
“Dat betekent dat we moeten praten met de overgebleven kern van de Coalitie: Heinz Spritzmann, Stefanie Baekelandt, Boert Van Vettenberghe, Poenie, Richard Molckx-Verpist en misschien Wanda Froger?”
“Niet Christa De Hete?”
“Die al in 10 jaar niet meer gezien is? Denkt u toch eens na, inspecteur.”
Ik voelde koude, oneigenlijke informatie binnenstromen in mijn geest en greep naar mijn slapen. Het was de stem van Cain Ranzigbotten die sprak.
“Christa is een alter ego van Baekelandt of Verpist.”
“Dat denk ik inderdaad ook.”
Ik wil naar de hoeren gaan.”
“Inspecteur?”
“Dat was de stem van Ranzigbotten,” zei ik, misselijk.
De Paling keek me aan en dacht na.
“Ik denk dat we eerst naar Spritzmann moeten.”
Ik herinnerde me zijn rokerige kantoor, bleke huid en de stuwende erectie in zijn latex-onderbroek.
“W- laat maar.”
Mijn verhoogde datacapaciteit vertelde me dat een pervert als Spritzmann wellicht vele geheimen kende en hoewel zijn profiel nu machtiger was dan ooit, hij ook vele vijanden had, misschien zelfs binnen de Roze Coalitie.

Een half uur later zaten we niet in het rokerige, enge kantoor van Heinz Spritzmann, maar zat de pornocraat in een badjas voor ons in een zwarte chesterfield-zetel in zijn living, die net onder de dansvloer van ‘Het roze ballet’ gebouwd was en een glazen plafond had, waardoor Spritzmann en zijn gasten ten allen tijde mogelijk ondergoed en genitaliën konden aanschouwen van de bezoekers. De dansvloer was nu leeg want de club was deze avond gesloten. De Paling en ik zaten in de zetel tegenover hem, met tussen ons in een glazen tafel waar duidelijk zichtbaar enkele lijntjes cocaïne onaangeroerd lagen. Spritzmann at een ijsje terwijl hij ons zo goed als onbewogen aanhoorde. Ik moest alles in het werk stellen hem niet ter plekke op zijn gezicht te timmeren en hem te arresteren voor druggebruik en voyeurisme en ik wist niet hoe veel dat het gevolg was van mijn persoonlijke walging voor Spritzmann of de directieven van professor Dorfs, Satan en Lief Anneke. Of een vorm van jaloezie van wijlen Ranzigbotten?
“Goed,” zei Spritzmann, toen de Paling uitverteld was, “eerst dit,” waarop hij een app activeerde en er enkele seconden later een deur open vloog en uit die deur Kenny Poephaar in een strakke pas naar buiten wandelde, gekleed in een butleruniform.
“Kenny Poephaar?” zei ik tot mijn eigen verbazing. Poephaar keek al even verbaasd naar me terug en hield zijn pas in: “Inspecteur?”
“Jullie kennen elkaar?” vroeg Spritzmann, geïntrigeerd, alvorens naar Poephaar te gebaren: “fouilleer de heren politiemannen, alsjeblieft.”
De Paling onderging de fouille zonder mopperen. Ik voelde bij mezelf terug weerstand.
“Ik heb de recorderfunctie op de chip van de inspecteur uitgeschakeld en al vervangen door opnames van het politiebureau, de refter en een avondje Warhammer 40K,” zei de Paling.
“Mijn excuses, inspecteur,” mompelde Poephaar. Hij betastte me niet al te hard. Heinz Spritzmann lachte.
Warhammer 40K? Je bent nog een grotere dork dan ik dacht, Bert.”
“Niks gevonden, Heinz,” concludeerde Kenny. Ik wilde Spritzmann terugbeledigen, maar hield me opnieuw in. Die gebaarde van zijn kant dat Poephaar mocht blijven en knikte. Hij legde het stokje van zijn nu opgegeten ijsje in de asbak en likte even over zijn iets te volle lippen voor hij begon te praten.
“Goed,” zei hij opnieuw, “ik ben blij dat jullie naar mij zijn gekomen. Laten we frank en vrij zijn tegen elkaar: het idee om een aanslag te plegen op één van de consuls ontstond inderdaad bij de Roze Coalitie, misschien zelfs in deze salon, terwijl Boert zich zat af te trekken terwijl ik zijn vrouw neukte.”
Hij lachte vuil om zijn eigen exploot, maar werd direct weer ernstiger: “Het probleem was dat we met een mol zaten. Meerdere mollen, zelfs. Het eerste plan was eigenlijk om Lucas ter Linden te chanteren met de Mr. naar de beeltenis van Delly. Wanda Froger had die ontworpen, wat Stefanie redelijk pissig maakte.”
Ik dacht aan hoe de Paling correct had geraden dat het ontwerp van de Mr. Delly plagiaat was geweest.
“U bedoelt Delly van ‘Delly & de Drie Vogels’?” vroeg de Paling.
“Ja, die. Dat was voordat ter Linden de eerste keer een uitnodiging had aanvaard om naar mijn club te komen. Dat hij kwam opdagen was überhaupt al een verrassing, en al helemaal toen bleek dat hij stiekem de herenliefde kwam opzoeken. Rond die tijd ontdekte Locatus – de klusjesman van Vitellius – dat ter Linden in het geheim zijn Mr. Priester neukte. Ik hoorde dan weer van Chrystelle dat Wanda Froger via via Cabron San Tander aan het bewerken was en suggereerde dat hij lid kon worden van de Schijtende Vrienden.”
“Wie was die via via?” vroeg ik, maar ik wist het antwoord eigenlijk zelf al.
“Marc Priem. Marc en Cabron spraken een plan af dat zo ontzettend dom was dat ik dacht dat het ging mislukken op het moment dat ze de echte Mr. Priester van ter Linden kapot gingen slaan en gingen vervangen door het, nu ja, maaksel van Cabron, maar ter Linden trapte erin. Marc en Cabron brachten de turbine naar de parking hier op die fatale nacht, en de fake Mr. Priester duwde ter Linden erin toen hij buiten stapte. Daarna hebben Marc en Cabron de turbine naar Geurt Dickens gebracht om te laten demonteren.”
“Wacht: Geurt Dickens zat ook in het complot?”
“Hij wilde de Grote Jan uithangen als altijd door als geldschieter op te treden. Ik had hem al gezegd dat het een slecht idee was, maar dat leek hem nog meer te overtuigen.”
“Dus Froger en Verpist waren de mollen in de Roze Coalitie?” vroeg ik, niet enorm onder de indruk, “Dat had je toch kunnen voorspellen op voorhand. Het zijn altijd fascisten gebleven.”
Heinz Spritzmann haalde zijn schouders op.
“We hadden zelf ook onze joker,” zei hij toen, “Vitellius had een broche laten maken met een recordertje in, dat als geschenk eerder aan Ter Linden was gegeven. We hoopten daar bezwarend materiaal mee op te nemen, los van dat enorm domme moordplan.”
“En waar is die broche nu?”
“In jullie labo’s, naar ik vermoed,” zei Spritzmann.
“De opnames zelf zijn vernietigd of verdwenen in de brand van de Villa Ramona,” zei De Paling. Spritzmann kreunde. Voor één keer leek het niet op een kreun van pervers plezier.
“Dan zijn we fucked. En niet op de goeie manier.”
“Met permissie, maar we zijn vooruit aan het lopen op de feiten,” zei De Paling koel, “Waarom beschermde Poenie Marc Priem? Poenie is een bio-boer die de greenwashing van Dickens haat en voor zo ver we weten geen affiniteit heeft met de Schijtende Vrienden.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten