Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

maandag 22 mei 2023

De keizer van Populië: Straf (I)

De keizer van Populië, hoofdstuk 4 - Straf (I)

I. Lief Anneke


SPECIAAL ZIEKENHUIS ANNEKE LIEVENS, HEGEGRAD, 8:13PM

Mijn ziekenhuiskamer was momenteel wellicht één van de rustigste plaatsen in heel Populië-Econovina. Hoewel ik buiten een kwalijke hoest en wat roetvlekken ongedeerd was, moest ik op bevel van hoofdinspecteur Satan minstens één nacht verblijven in het Speciaal Ziekenhuis Anneke Lievens “om zeker te zijn”. Buiten aan de deur stonden twee gewapende agenten en binnen bij mij zat De Paling, zoals gewoonlijk in één van zijn legendarische coltruien en met een gezicht dat zo weinig emotie verried dat het wel van plasticine gemaakt leek. Toch was ik blij dat De Paling bij mij was.

Villa Romana was afgebrand tot op haar – scheve – fundamenten. Mijn getuigenis zat al in het dossier. Over de raid op de Villa, het korte vuurgevecht, de stroomonderbreking en de zich daaropvolgende razendsnel ontwikkelende brand. Gaius Vitellius was niet de enige districtsburgemeester waarop een aanslag gepleegd was. De zelfrijdende BaekelandtBak van Caïn Ranzigbotten was volgens ooggetuigen “plots” een open riool in gereden op de grens met Vogelarije en de excentrieke tech-mogul, digitale volksmenner en eigenaar van Twatter was verdronken in de fecale smurrie. Daardoor waren ook alle sociale media tijdelijk offline gegaan, omdat de man blijkbaar een ‘dead man’s switch’ had verborgen in zijn Geegle Glass. Een aanslag op Geurt Dickens was mislukt. Hij had zich nog net kunnen verschansen in zijn paniekkamer, maar zijn harem was vermoord en op de muren van zijn zwembad was in hun bloed “WIE IS JE VADER, GEURT?” geklad. Districtsburgemeester Sam Hoogmeester had beweerd aangevallen te worden in zijn beruchte Mannengrotten door “hordes feministen”, maar dat bleek algauw in scène gezet en de “feministen” waren marginale oproerkraaiers uit de hordes van Theofiel Duck met slechte pruiken op.

Omdat zowat alle politie-eenheden nu ofwel de nog levende districtsburgemeesters bewaakten ofwel deelonderzoeken uitvoerden en ik onvrijwillig buiten strijd zou zijn tot morgenochtend, was ik “tijdelijk” van het dossier gehaald.

Ik had alles verteld aan De Paling wat Vitellius aan mij had verteld voor zijn dood. Hij had onbewogen mijn relaas aangehoord. Nadat ik uitverteld was, onderbroken door meerdere hoestbuien, knikte hij en haalde hij een tablet-pc boven.

“Ik ben gaan praten met Delly,” zei hij.

“Delly van Delly & De Drie Vogels?”

“Ja, Delly van Delly & De Drie Vogels,” bevestigde De Paling, “omdat er iets niet klopte met dat aspect van het verhaal. Het onderzoek insinueert dat Lucas Ter Linden in het geheim seks had met mannen. Froger, Dickens en Spritzmann zagen Ter Linden allemaal in ‘Het roze ballet’ naar een darkroom gaan, en zijn Mr. Priester werd kennelijk niet enkel gebruikt om de mis op te dragen. Ter Lindens echtgenote is al jaren vervreemd van hem. En dan duikt die blauwdruk op voor een seksrobot gebaseerd op Delly van Delly & De Drie Vogels.”

“Ter Linden kon toch ook biseksueel zijn?”

“Dat dacht ik eerst ook, maar toen dacht ik aan de korzelige reactie van Stefanie Baekelandt op de blauwdruk van Delly. Stefanie was niet nijdig omdat we een geheim ontdekt hadden. Ze was nijdig omdat het ontwerp plagiaat was.”

De Paling toonde nog eens de blauwdruk en wees op enkele inconsistenties.

“Als het inderdaad plagiaat is, wie heeft het dan gemaakt? Er is toch geen wetenschapper zo goed in robotica als Baekelandt?”

“Dat hoeft ook niet. Je kan meerdere mensen tegelijk laten bijdragen en een beetje hulp krijgen van AI-toepassingen als je wil. En wie van de districtsburgemeesters heeft een grote poel aan online talent en brengt AI-apps uit?”

“Cain Ranzigbotten.”

“Maar waarom dan een Mr. willen maken van Delly, of suggereren dat Ter Linden er één wilde bestellen?” vroeg ik me luidop af.

Ik voelde me alsof mijn geest uit mij was gevaren. Dit ging over zo veel meer dan de moord op Lucas ter Linden. De Paling haalde zijn schouders op.

“Delly wist het ook niet. Ze zei enkel dat Roodborstje een keer had gesuggereerd om op te treden voor de consul toen ze op bezoek was bij haar en Van Vettenberghe. Ranzigbotten was daar ook aanwezig en had apart een meeting met Van Vettenberghe, volgens Delly voor een gezondheids- en voedselleveringsapp.”

“Dan niet zo slim om nog in een BaekelandtBak te rijden, als Ranzigbotten ergens Baekelandt probeerde in diskrediet te brengen,” zei ik. Ik keek weer uit het venster. Vanaf hier leek alles kalm maar ook donker door de avondklok die was ingevoerd.

“Ranzigbotten was ook niet het genie die hij beweerde te zijn op Twatter,” zei De Paling zuinig. Het was een tel stil.

“En wat doet Ultor?”

“Die zit hoog in zijn Broekentoren en roept morgenochtend een uitgestelde speciale sessie samen van de Staten-Generaal onder grote militaire bescherming. Men vermoedt dat hij gaat proberen de noodtoestand af te kondigen en zichzelf ‘tijdelijk’ dictator zal laten maken. Zijn medeconsul is dood en minder dan 24 uur later worden drie districtsburgemeesters vermoord en hebben we een mislukte poging op één andere.”

“Wist Geurt iets te zeggen over wie hem aanviel?”

“Mannen in het zwart met maskers. Sommigen hadden een Luxemburgs accent. Ze vluchtten al vrij snel. Een team ter plekke onderzoekt zijn paleis en kantoor. Geurt zelf wees niemand met de vinger maar vroeg om toch Heinz Spritzmann wat dichterbij in de gaten te houden.”

“Zou de Spetskop betrokken zijn?”

“Dat zou wel heel snel zijn. In elk geval: het lab is ook nog bezig de restanten van de namaak-Mr. Priester die we bij San Tander hebben gevonden te onderzoeken en daarvan verwacht ik morgen resultaten. De kans lijkt me reëel dat die ook door één van Ranzigbottens AI-aangedreven teams van vrijwilligers is gemaakt.”

De Paling keek op zijn horloge: “Ik moet eigenlijk weg, inspecteur. Met uw permissie?”

Ik knikte. Hij knikte mij terug toe en borg zijn spullen op. Geruisloos verliet hij mijn ziekenhuiskamer. Ik sukkelde in een droomloze slaap en ontwaakte enkele uren later bij het beeld van twee mensen die aan mijn bed stonden. De ene persoon was professor Rita Dorfs, die me als een lijkbidder aankeek, met haar dunne, grijsbruine haar dat delen van haar schedel toonde en zo nog meer op een doodskop leek, en haar eveneens bruine, diepe wallen onder haar ogen. Ze was gekleed in een donkergrijs, wollen pak als van een pastoor. Naast haar stond Anneke Lievens, die haar naam aan het ziekenhuis had gegeven. Lievens was een dame van in de vijftig met vettig zwart haar in een pony en ze droeg diverse new age-sieraden op een wijd vallende jurk van zwart fluweel.

“Inspecteur,” groette professor Dorfs mij.

“Professor Dorfs?” vroeg ik. Mijn stem voelde als schuurpapier.

“Ik kwam even persoonlijk kijken hoe het met u ging. U was er bijna geweest.”

“Ik heb geluk gehad.”

“Uw bescheidenheid siert u,” vond professor Dorfs, “net als uw werkethiek. Uw baan vereist van u dat u mogelijk uw leven kan geven voor de veiligheid van Populië-Econovina, en u heeft niet geaarzeld om die plicht uit te voeren. Verschillen van mening en levenskeuze mag, maar velen zouden in uw plaats niet hetzelfde hebben gedaan.”

“De professor betaalt voor uw revitalisatie,” zei Anneke Lievens met een weeïge glimlach.

“Bedoelt u niet mijn revalidatie?”

“Nee, nee,” zei ze zachtjes, hoofdschuddend, “uw revitalisatie. Uw pad terug naar wat meer geluk en comfort.”

Rita Dorfs keek me aan met haar hand tegen haar kin, alsof ik een studieobject was.

“Dokter Lievens biedt naast de zorg in haar ziekenhuis ook een pad aan in positieve geneeskunde,” vertelde ze, “Zieken en gewonden moeten natuurlijk altijd op zorg kunnen rekenen, maar ook wie gezond is, moet de keuze kunnen krijgen om meer levenskwaliteit te genieten. Zeker op basis van verdienste.”

“Wat houdt zo’n revitalisatie allemaal in?” vroeg ik, nu op mijn hoede. Professor Dorfs leek mijn argwaan door te hebben en glimlachte nu zelf.

“Maakt u zich geen zorgen, inspecteur. Dokter Lievens zal u hier niet langer houden dan nodig en dit is geen vreemde manier om u van uw werk te houden eens u ontslagen wordt uit het ziekenhuis. Waarom zou ik dat ook doen? De moord op consul Ter Linden moet immers nog opgehelderd worden, en zeker nu hebben we alle capabele mensen nodig die we kunnen gebruiken om deze zeg maar dionysische uitbraak van politiek geweld tegen te gaan. Vergeef me de ongelukkige metafoor in het licht van waar u aan bent ontsnapt, maar als we moeten geven aan Caesar wat aan Caesar toekomt, geldt dan niet hetzelfde voor Brutus?”

Ik was met verstomming geslagen, te meer omdat ik er geen snars van begreep.

“Alleszins,” zei dokter Lievens, die schijnbaar uit het niets een klein dienblad tevoorschijn toverde waarop een dampende kop thee stond die heerlijk rook, “kunnen we beginnen met een verse perenthee.”

“Thee is nooit een slecht begin van iets,” monkelde professor Dorfs minzaam. Ze glimlachte naar dokter Lievens alsof hij zonet iets oneindig wijs had gezegd, groette mij en vertrok op knerpende, lederen schoenen. Dokter Lievens zette het dienblaadje met thee op mijn nachtkastje en haalde vanonder haar me nu bijna interdimensionaal lijkende fluweelzwarte jurk een clipboard.

“Als u het goed vindt, zou ik u ook enkele vragen willen stellen over uw medische voorgeschiedenis.”

Ik knikte verbouwereerd.

“Dank u, inspecteur,” zei ze, waarop ze een beringde vinger bovenaan haar clipboard hield: “Eerste vraag: welke vaccins hebt u ooit allemaal gekregen?”


Geen opmerkingen:

Een reactie posten