Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

zondag 4 december 2022

De keizer van Populië: Brand (II)

De keizer van Populië, hoofdstuk 2 - Brand (II)


II. De Schijtende Vrienden


ZWEMBAD VAN WANDA FROGER, HET EIGEN HUIS, DISTRICT WITHAVEN, 1:06PM


Wanda Froger lag met een grote, groene zonnebril op in haar binnenzwembad te dobberen op een enorme opblaaskikker toen één van haar mensen me binnenliet. De villa van de Frogers was tegelijk ook de ambtswoning van de districtsburgemeester van Withaven en werd ‘het Eigen Huis’ genoemd. Het was een wit, ultramodern, hoekig en extreem lelijk gebouw vol hoge vensters, klinkloze deuren, gladgepolijste vloeren en technologische snufjes.
“Ha, die Bert!” begroette Wanda mij vrolijk, alsof ze mij al jaren kende. In werkelijkheid hadden we elkaar nog nooit gesproken en ik vond het vervelend dat ze al direct zo familiair was. Wanda was een wat gezette vrouw met een pagekapsel en een brede glimlach.
“Doe alstublieft uw schoenen uit,” fluisterde Wanda’s medewerker me haastig, bijna verontschuldigend toe, voor ze weer wegglipte langs één van de muren die ook deuren waren – of omgekeerd. Met tegenzin deed ik mijn schoenen en sokken uit terwijl Wanda met een motortje in de opblaaskikker traag dichterbij voer. Toen ik voorzichtig het trapje afdaalde naar de rand van het bad, was Wanda aangekomen en deed ze haar bril af. Het was warm hier, door het grote doorzonvenster boven.
“Dag mevrouw Froger,” begroette ik haar. Ze nam mij in zich op en gebaarde toen dat ik maar op de rand van het zwembad moest gaan zitten.
“Moet dit hier?” vroeg ik verveeld.
“Hier zijn geen stoelen,” schokschouderde Froger, “en kom me nu niet vertellen dat de politie bang is van wat natte broekspijpen.”
Ik zuchtte en rolde mijn broekspijpen op voor ik ging zitten. Wanda grinnikte.
“Sorry, Bert. Even wat plagen hé, je kent dat.”
Ik negeerde Wanda’s opmerking en haalde mijn notaboekje boven. Het water voelde wel aangenaam aan, moest ik toegeven.
“U had informatie voor mij?”
“Ja, wel. Je kent vast wel de Schijtende Vrienden?”
Ik knikte en fronste toen: “Ja, u heeft die zelf opgericht.”
“Haha, ja,” zei ze vrolijk, alsof ze zich dat nu pas herinnerde, “samen met Dickie, natuurlijk!”
Dickie was de bijnaam van Richard Molckx-Verpist, een zuivelmagnaat. De Schijtende Vrienden hadden ze 22 jaar geleden opgericht als een extreemrechtse knokploeg die buitenlanders viseerde, vooral Luxemburgers, en pamfletten had verspreid die bulkten van het racisme. De Holocaust ontkenden ze bijvoorbeeld niet, ze vonden het alleen jammer dat er “zo weinig” mensen in waren gestorven en bepleitten wat ze noemden de Yolocaust, “Auschwitz, maar dan veel grappiger”. Ze organiseerden toeristische reizen naar arme landen in Afrika en Azië specifiek om de lokale bevolking te vernederen en te terroriseren. Ook Theofiel Duck had daar zijn eerste stappen gezet als oproerkraaier, iets wat hij nu in alle talen ontkende.
“Ik weet niet of ik daar zo glunderend over zou doen, mevrouw Froger. De Schijtende Vrienden waren een fascistische militie en zijn veroordeeld voor racisme en bendevorming.”
“Door partijdige rechtbanken,” riposteerde Wanda, waarop ze wat water in het rond spatte met één hand, “en bovendien was ik er toen al lang uit. Ik ben zelf nooit veroordeeld, zoals je goed weet.” 
“Wel voor een handel in kinderporno,” beet ik haar toe.
“Ha! Je kent je geschiedenis, mooi mooi. Maar dat had niets te maken met de Schijtende Vrienden. Maar goed: jeugdzondes, nietwaar?””
Ze lachte weer. Ik zuchtte gewoon. Wanda Froger was mogelijk nog perverser dan Heinz Spritzmann, corrupter dan Geurt Dickens en extremistischer dan Janus Ultor, maar je kon niet zeggen dat ze hypocriet was. En op geweld was ze inderdaad nooit betrapt. Voor verdelen van expliciet materiaal met minderjarigen was ze er van af gekomen met een voorwaardelijke straf, waarna ze haar racistische reiservaringen had gemonetiseerd door een reisbureau op te richten.
“Nu,” zei Wanda toen, kalm met beide handen dippend in het zwembad, “het zal je misschien verbazen, maar de Schijtende Vrienden bestaan nog altijd.”
“Dat vermoedden we al.”
“Hmm. Momenteel hebben ze officieel geen leider, maar één van de belangrijkste figuren in de beweging is Marc Priem, in het dagelijkse leven een bioboer op de Commune van Poenie.”
“Dat lijkt me een serieuze tegenstrijdigheid.”
“Waarom zou dat zo zijn? Als je houdt van zuivere groenten en zuiver fruit, waarom dan geen zuiver gekweekte bevolking? Nu goed. Gisteren vertelde Marc mij dat hij onderweg was naar Vogelarije. Cabron San Tander had een kapotte appelmoesturbine gekocht en Marc vond dat supervreemd, dus hij belde me op, omdat hij dacht dat de turbine uit één van mijn fabrieken kwam. Ik vroeg er later iets over aan Poenie zelf na onze meeting bij Ter Linden, en Poenie bevestigde dat. Marc zelf dacht dat de aankoop een smoes was omdat San Tander geïnteresseerd was om te praten over lidmaatschap bij de Vrienden.”
“Cabron San Tander? Bij de Schijtende Vrienden?”
Wanda lachte hard en deed water spatten.
“Ik weet het! Met zijn stamboom? Ongelooflijk! Ze zouden de Staten-Generaal nooit mogen afschaffen, al was het omdat we dat soort komediejoden anders niet meer zouden zien.”
“San Tander is toch niet Joods?”
“Heb je hem al eens bekeken? Hij ziet eruit alsof hij ongedesemd brood kakt.”
Ik grimaste pijnlijk en hield mijn hand omhoog. 
“Ik bedoelde dat San Tander geen extremistisch profiel heeft – of had. Ik heb geen affiniteit met uw racistische praat en wil het daar niet verder over hebben. Maar dus, San Tander wilde een kapotte turbine kopen. En u suggereert dat hij daarmee Lucas Ter Linden aan flarden heeft gedraaid op de parking van ‘Het roze ballet’?”
“Inderdaad, beste Bert. Misschien dacht hij dat hij met zijn terreurmoord op een goed blaadje kon komen bij Marc.”
“Laat de vermoedens maar aan ons over,” zei ik rustig, aantekening makend, “trouwens, u was die nacht zelf op ‘Het roze ballet’, correct?”
Wanda knikte.
“Ik had het er met Geurt en Heinz over reizen. Ons aanbod uitbreiden en zo. Natuurlijk is er ook wat geneukt, maar ik was tegen 3u weer weg. Geurt is geen slechte minnaar, maar nogal rap tevreden. Steek een gag ball in zijn mond en maak hem uit voor varken en hij komt al klaar. Heinz daarentegen, ho maar –“
Aan haar racistische reizen had Wanda een – keurig – imperium overgehouden als touroperator. Ik hield haar tegen: “ik hoef echt niets te weten over uw seksuele exploten met meneer Dickens en meneer Spritzmann als het niet relevant is voor het onderzoek.”
Wanda trok grote ogen maar keek toen teleurgesteld.
“Niet dan.”
“Sprak u ook met consul Ter Linden in ‘Het roze ballet’.”
“Niet lang. Hij zat al snel in de darkrooms.”
Dat spoorde met wat Spritzmann had gezegd. Ik maakte nog een paar aantekeningen.
“Hoe bent u naar huis gegaan gisterennacht?”
“Met mijn BaekelandtBak.”
“Samen met meneer Dickens?”
“Nee, die was al eerder weg.”
“Hoe laat ongeveer?”
“Pff,” zei Wanda, die zich duidelijk begon te vervelen met de conversatie, “een half uur voor mij? Ik weet het niet. Ter Linden was er nog toen ik vertrok, dat weet ik wel, want zijn auto stond nog op de parking. Maar – hmm, dat is vreemd, ik herinner me plots iets anders.”
“Wat dan, mevrouw Froger?”
Ze spatte nog wat water op.
“Ter Linden kwam bijna altijd met een Mr. als chauffeur. Die zat toen niet in de auto.”
“Bent u zeker?”
“Ik denk het. Ik kende die Mr. zelfs, want die hielp ook altijd in zijn kantoor in de Broekentoren. Het was een Mr. die het uiterlijk had van een priester met een bril.”
“Een op maat gemaakt model?” vroeg ik, terugdenkend aan de mogelijkheid dat Ter Linden een seks-Mr. had willen bestellen naar de vorm van Delly van Delly & De Drie Vogels.
“Nee, het was één van de standaard-pastoormodellen die uitkwamen toen er steeds minder nieuwe priesterwijdingen waren. Je hebt ze vast wel al eens gezien.”
Ik knikte en schreef. Stefanie Baekelandt was nu wel heel duidelijk in het vizier gekomen, maar ik mocht ook Poenie niet vergeten, natuurlijk. Voor Froger leek het misschien de logica zelve, maar de vanzelfsprekendheid waarmee de districtsburgemeesters, die op alle media elkaar vaak naar het leven leken te staan, toch onderlinge en zelfs gemoedelijke banden hadden privé, maakte me nerveus. Ik hield niet van het idee van complotten. Ik wreef door mijn haar en klapte mijn notaboekje dicht, waarna ik het in zijn hulsje stak. Wanda was wat dichterbij komen drijven en keek zelfvoldaan naar me op.
“Nu heb ik je toch goed geholpen, denk ik!”
“We zullen zien, maar alleszins bedankt voor uw o–“ 
Ik werd onderbroken omdat Wanda me aan m’n been het zwembad in sleurde en ik met een smak op haar opblaaskikker en toen in het water belandde.
“Man overboord in het Eigen Huis!” riep ze triomfantelijk, terwijl ze het alarm deed afgaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten