Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

donderdag 27 oktober 2016

Ananke (V)

Serre (Sol 2)

"Ik moet inderdaad toegeven dat het licht hier de zaken verandert," zei Sia, terwijl ze naar boven keek door het berasterde dak van de serre, en enkele passen vooruit zette, in de moestuin, "Op andere werelden is er meer een gevoel van tijdloosheid en onwerkelijkheid."
"Ben je al op zo veel werelden geweest, dan?" vroeg Dan Loeber, terwijl hij zorgvuldig, met één korte knijpbeweging per keer, een dosis kunstvoeding over een rij planten sproeide.
"De Maan, Mars, Ganymedes, Enceladus, Titan," antwoordde Sia, "en ook in een baan gezeten rond Triton. Ik had ooit een trip gepland naar Ceres, maar die is er nooit van gekomen."
"Hmm," zei Dan, waarbij zijn wenkbrauwen de hoogte in gingen. Hij bleef echter vol aandacht kijken naar zijn planten.
Sia stond achter hem.
"Dan, ik ga hier even eerlijk met je zijn," zei ze toen, "We gaan deze zaak niet op één-twee-drie kunnen oplossen."
"Dat had ik ook niet gedacht," zei de Amerikaan bedaard. Hij had een koperachtige bariton die niet paste bij zijn anders hangende gezicht, alsof hij liever had gewerkt op een ranch ergens in Texas.
"Je weet dat ik deel van van het kamp dat het Vesch wil bekendmaken aan de rest van de mensheid," zei hij, terwijl hij naar zijn volgende kas plantjes ging, "maar onze argumenten heb je vast al gehoord."
"Eerlijk gezegd interesseren me die niet. Het behoort niet tot onze opdracht aan politiek te gaan doen. Wat belangrijker is, is dat we hier een aantal ernstige vergrijpen vastgesteld hebben."
"Zoals het bewust achterhouden van informatie en ontdekkingen," zei Dan.
"Dat is er één van. Bovendien dreigt het tegenkamp met het activeren van het Vesch."
"Openlijk?" vroeg Dan. Hij draaide zich nu om naar Sia. Hij had iets vaderlijks, geruststellends. Daarbij vergeleken was de huidige leider, Nathalie Pohl, een kille, gladde sfinx.
"Natuurlijk niet, zo dom zijn je collega's niet," zei Sia. De malse laag vruchtbare grond maakte een bevredigend geluid onder haar laarzen, anders dan het harde stof van buiten.
"Het is geen zwart-witverhaal," zei Dan, die zijn handschoenen uit deed en zijn vingers kraakte, "we eten hier nog altijd samen en zolang we het onderwerp vermijden, kunnen we best onze dagtaken uitvoeren."
"Niet zo best, lijkt me. Jullie hebben nog niet de helft van de voorziene taken afgewerkt."
Dan trok opnieuw z'n wenkbrauwen op.
"Tja. Dat is nog het minste. Nu, het zit zo dat jullie komst een opkikker is voor ons. Als jullie het Vesch in beslag kunnen nemen, dan hebben de anderen automatisch verloren."
"Hoe ver zouden ze bereid zijn te gaan om dat te voorkomen?"
"Moeilijk te zeggen. Alleen Nathalie heeft de toegangscode tot de tunnel. Daar konden we het tenminste eens over worden."
Sia dacht aan de beelden die Hwang haar deze namiddag had doorgestuurd. Het fameuze Vesch bleek erg klein te zijn, hagelwit en vierkant. Close-ups toonden de eerste lagen van inscripties in koolstoftubes.
"Maar," zei Dan, die nu z'n bril herschikte, "jullie kunnen haar dwingen. Het is deel van jullie bevoegdheden."
Sia snoof de bedwelmende plantengeur op en voelde haar humeur zakken. Het was onvoorstelbaar dat de ontdekking van de eeuw - een definitief bewijs van intelligent leven buiten de mensheid - gepaard moest gaan met verdeeldheid.
"Dat doen we alleen als we echt niet anders kunnen. Het is niet de bedoeling dat hier doden vallen. Waarom ben jij niet harder op de rem gaan staan, Dan? Jij bent officieel nog altijd de missieleider."
“Leiderschap betekent weinig als je maar met zeven bent. Nathalie kon leiderschap claimen door haar neutraliteit. Ilona en Ma Jing staan al sinds het begin aan mijn kant, maar op het moment dat de eerste crisis uitbrak, was de dreiging dat Giada, Ignacio of Catherine het Vesch op eigen houtje gingen activeren, reëel. Nathalie knutselde zelf de toegangscode op de deur in elkaar en veranderde de vergrendelingssystemen. Op dat moment hielp ze onze zaak eigenlijk.”
"Zou je zelf willen opgaan in de singulariteit?" vroeg Sia toen.
Dan schampte.
"Nee. Ik zie niet in wat er beter aan zou zijn dan wat we hier doen. Mensen zijn feilbaar. Ook in ideale of zelfverzonnen omstandigheden. Bovendien weten we niet precies wat er nog schuilgaat in zo'n singulariteit. Het roept veel vragen op. Is het leven daar eeuwig? Zouden we ons na een tijd niet doodvervelen? Zijn we ook daar alleen? Niets zegt dat het Vesch na activatie niet ergens anders opduikt, want we weten niet hoe het hier gekomen is."
Sia wilde hem tegenhouden om verder te filosoferen, maar dacht in de plaats daarvan na over wat hij zei.
"Maar je wil wel dat de mensheid weet dat het bestaat."
"Ook als het risico is dat het de mensheid ontwricht en verdeelt, net zoals het Ananke verdeeld heeft," bevestigde Dan plechtig.
Sia keek opnieuw door het glas naar de pasteloranje hemel van Ananke en verlangde plots intens naar huis.

Het was warm in de kamer van Catherine Crowley. De agricultuurexperte zat ontspannen op haar bed. Haar kamer was een toonbeeld van wanorde, wat Sia stoorde. Het paste bij Catherines springerige haar en haar algemeen passieve houding, alsof ze op geen enkel moment besefte dat ze deel uitmaakte van een historische missie. Het dossier had haar omschreven als een “meegaande introvert” en een kei in het bewaren van kalmte.
“Gaan jullie ons arresteren?” vroeg ze, op een toon die deed uitschijnen dat ze dat niet echt geloofde.
“Dat behoort tot de mogelijkheden. We kunnen jullie allemaal terug meenemen naar Aarde.”
“En wat gebeurt er daarna? Als het bestaan van het Vesch bekend gemaakt wordt, zal er complete chaos uitbreken.”
“Dat is niet aan ons om te beslissen.”
“Ik weet wat jullie mandaat wel en niet inhoudt, Sia,” zei Catherine kalm. Sia hield er niet van dat ze direct met haar voornaam aangesproken werd en beet op haar kaken.
“Er staat niets in het Handvest over het recupereren en gebruiken van technologie die van niet-menselijke oorsprong is. We zouden volstrekt in ons recht zijn om het Vesch te activeren.”
“Maar niet om dat niet te laten weten aan Aarde.”
Catherine haalde haar schouders op en keek op naar Sia, die overeind stond tegen een bureaublad.
“Jullie zouden het vroeg of laat te weten komen wat hier gebeurd is.”
Het gesprek duurde al bijna een halfuur en Catherine had nog geen blijk gegeven van enige emotie. Het dossier had niets vermeld over anti-autoritaire trekken bij Catherine, maar isolatie kon vreemde veranderingen teweeg brengen bij een persoon. Zoals bij mij, dacht Sia onwillekeurig. Ze was nog maar twee dagen op Ananke en ze voelde al dat ze haar irritatie onder controle moest houden. Dit probleem oversteeg haar politionele mandaat ruimschoots maar ze had geen enkele superieur in de buurt om aan te rapporteren en elke ingreep zou ze uitgebreid moeten rechtvaardigen tegenover de Verenigde Naties.
“Dat helpt ons niets vooruit,” zei Sia toen, “Jullie missie was om te starten met het bewoonbaar maken van de planeet Ananke. Jullie vallen nog altijd onder onze jurisdictie en onder onze wetten. Als een kolonie beslist van zichzelf af te scheiden van de mensheid door eigengereid dingen te gaan doen zoals niet-menselijke technologie te activeren, dan plaatst ze zichzelf buiten de wet. Zonder wetten kan de mensheid niet vooruit komen. Dat is geen precedent dat je wil scheppen.”
“Ja?” vroeg Catherine, nog steeds rustig, “Ik weet het niet hoor, Sia. Kolonisatie houdt zich zelden aan strikte wetgevingen. De mensheid is vooral vooruit geraakt door initiatief en improvisatie, niet door een reeks wetten te volgen die opgesteld zijn met weinig vooruitziendheid. Of denk je dat de eerste landbouwers op Aarde niet te maken kregen met tegenstanders die vonden dat gewoontes moesten gerespecteerd worden?”
“We zijn al een fors eind geëvolueerd voorbij discussies of zaaien boze geesten zou oproepen.”
Catherine glimlachte maar zei niets.

Hwang en Sia tuurden samen over de horizon, met in hun rug de basis, naar Lachesis die Clotho kruiste. Ze hadden al enige tijd niks gezegd. De reden dat ze naar buiten waren gekomen, was opnieuw om in alle privacy te kunnen praten.
"Het Vesch is nu al een vergiftigd geschenk," zei Hwang, "ze zijn er echt door bezeten, allemaal."
Ze zaten elk op een rotsblok, naast elkaar.
"Wat stel je dan voor? Ze allemaal arresteren en naar huis sturen?"
Hwang pakte een steentje op en keilde het weg over de rotsrichels. De lucht voelde zwaar en warm aan. Er was weer kans op een magmastorm vannacht.
"Onmogelijk. De sleutel ligt bij Nathalie."
"Maar Gustav heeft intussen alle data."
"Die hij nog niet kan sturen, en dat weet je," zei Hwang.
"We kunnen hem het commando geven te vertrekken. Tegen dat ze merken dat hij weg is, kan zelfs het activeren van de singulariteit hem niet meer inhalen," redeneerde Sia.
"Dat betekent dat we hier eeuwig vast zouden zitten met die kolonisten hier," zei Hwang met een misprijzende hoofdknik naar achteren, richting basis. Sia keek hem aan, maar het was bijna onmogelijk om zijn gezicht te zien door het vizier van zijn helm.
"Beter dat dan geweld."
"Misschien. Maar een beetje geweld af en toe hoort erbij."
Sia plantte haar hoofd tussen haar handen.
"Ik ben daar niet zo zeker van."

Verder naar deel VI.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten