Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

vrijdag 31 januari 2014

Het Arcturus-project (X)

Uit: “McMurdo Courier, jg. 63, 26/02/32
[…] Wereldwijd leggen regeringen beslag op de vermogens en bezittingen van Omn¡tek. Haar voormalige oprichter en CEO, Osvald Nørkjell, wordt momenteel ondervraagd. […] onthullingen die lang zullen nazinderen […] met hier en daar opstootjes tot gevolg. Vooraanstaande politici reageren geschokt en beschuldigen diverse groepen ervan, van de onrust gebruik te maken om […]. Lees meer opinies op […] meer […] meer […] meer […].


10. Hoofdkwartier Antarcticaanse politie, Dralnau, Getz

Walther voelde zich alsof hij in één week tijd tien jaar ouder was geworden en grijs haar gekregen had, en wilde niets liever dan weg uit de muffe politiekantoren van de AntPol, of gewoon weg van Antarctica, als dat moest, want het land was in een staat van hysterie die niet meer was voorgekomen sinds de Walvisrellen. De enige twee zaken waar hij zich aan kon optrekken was dat Henry en Selene nog leefden, en dat hijzelf eveneens nog in leven was. Misschien waren hun levens zelfs nooit werkelijk in gevaar geweest.
Jemma Paxton-Rügen zat er verslagen bij. Haar eigen baas, Logan Herschel, probeerde met steeds nieuwe invalshoeken om greep te krijgen op de situatie. Ze zaten alle drie in zijn kantoor. Buiten was het donker, en de afwezigheid van internet, dat Walther vaak ervoer als bevrijdend, was hier beklemmend, tussen die klinische muren van ecru en nepnatuursteen.
“Ik voel me verantwoordelijk,” zei Walther, “Ik ben met open ogen in de val gelopen.”
Het was zijn analyse die de AntPol tot actie had doen overgaan, en uiteindelijk voor niets. Nørkjell had het allemaal op voorhand laten ontwerpen als een schaduwmiddel, met schaduwdata en met niets meer dan suggesties die gegenereerd waren door zijn databoerderijen. En voor wat? In de steden waren protesten op gang gekomen, internet stond in brand. Mediapersoonlijkheden vochten het uit in loze opiniestukken.
“Wij hadden jou eerst gecontacteerd,” zei Jemma, “Dus maak je geen zorgen.”
Ze had kringen onder haar ogen. Locusta had zich wekenlang uitgegeven voor Jemma’s collega Charis, die zo haar moordonderzoek tegelijk kon leiden en aanvullen, als een waanzinnige wereldslang.
“Ik wou gewoon dat ik iets kon doen,” zei Walther.
“Je hebt genoeg gedaan,” zei Logan, “Je hebt gedaan wat je dacht dat juist was, en meer dan dat. Ook onze experts beseften niet dat het ging om schaduwdata tot we telefoon kregen van je broer en het internet zich begon te roeren.”
Een deel van Walther voelde zich ook gepasseerd door zijn halfbroer, de artiest, die door dom toeval de waarheid was te weten gekomen. Het zou Walther en de politiemensen waarmee hij had samengewerkt, allicht nog een week gekost hebben om uit te vissen hoe het zat. Tegen dan hadden Omn¡tek-bots echter al de waarheid verspreid, met alle stukken gelekt dossier van de AntPol, die nu ook in een slecht daglicht stond. Antarctica verslikte zich erin.
“Maar wat is er uiteindelijk mee bereikt?” ging Logan verder. Hij leunde achterover en legde zijn voeten op tafel. Jemma, die aan de andere kant naast Walther zat, zei niets.
“Er is chaos, de AntPol-PR draait overuren om zich uit te leggen, er zijn debatten, mensen komen samen op pleinen en in tunnels, maar het brengt ons geen stap dichter bij het doel dat Nørkjell voor ogen had. Als hij werkelijk een egalitaire samenleving had gewild zonder geweld, vervuiling en machtsmisbruik, had hij zijn fondsen beter geïnvesteerd in een kolonie ergens op de Maan of op Mars. Met zijn geld had hij zelfs Joviaans kunnen gaan.”
Walther keek naar zijn schoenen.
“Ergens versta ik hem wel, denk ik,” zei hij. Jemma keek hem zijdelings aan.
“Misschien loog hij tegen Henry,” zei Logan, die niet gehoord had wat Walther gezegd had, “en was zijn werkelijke doel een meer algemene destabilisering van Antarctica? Opnieuw roept dat de vraag op waarom. Iemand die tot de elite behoort, heeft meestal geen belang bij chaos in de samenleving waar hij deel van uitmaakt, tenzij hem dat een voordeel oplevert. Ik zie enkel nadelen. Misschien was hij werkelijk gestoord.”
“Kunnen we hier even over ophouden?” vroeg Jemma.
Logan wierp zijn handen op.
“Goed dan. We hebben allicht gezegd wat er voorlopig te zeggen valt, voor we Nørkjell goed en wel kunnen ondervragen.”
“En voor we Locusta gevangen hebben,” zei Jemma.
Logan trok een gezicht. Walther voelde een rilling over zijn rug lopen. Ze had hem kunnen doden als ze dat gewild had, maar ze had er blijkbaar niet de opdracht toe gekregen. Ook zijn wereldbeeld lag aan scherven. Zijn verwoede pogingen tot privacy waren allemaal een maat voor niets gebleken, en zelfs het kortstondige belang dat hij gedacht had te hebben, was enkel dat geweest van een doorgeefluik. Hij dacht ook aan de Mannenvrienden, waar hij nog over gesproken had met Lucia, en hoe die nu keet aan het schoppen waren. Ze bevestigden, zoals Nørkjell moest gehoopt hebben, alle vooroordelen die van de datazwermen van Omn¡tek gelekt waren.
“Je zei dat je denkt dat je Nørkjell verstaat,” zei Jemma toen tegen Walther, “Waarom?”
Walther keek op en haalde adem.
“Ik wil voorzichtig zijn met mijn mening,” zei hij, “gezien de omstandigheden.”
“Vertel maar.”
Walther besefte dat Jemma zijn perspectief oprecht wilde weten, en dat deed deugd. Het was mogelijk als tegengif voor de hete wind van Logan, die alle richtingen uit ging maar niets wezenlijks leek te raken. Walther mocht hem niet, en hij kreeg de indruk dat Jemma en hij ook niet op al te beste voet stonden.
“Ik denk dat Osvald Nørkjell de onmogelijkheid wilde bewijzen van werkelijke verandering zolang de mensheid in haar huidige vorm bestaat.”
“Hoe bedoel je?” vroeg Logan, die nu ook terug bij de les was.
“Wel, onze samenleving is overal min of meer dezelfde, niet? Het kapitaal regeert met privileges die het naar goeddunken uitdeelt aan bevoorrechte groepen. Het is een wisselwerking. De rijkdom vormt de bron van macht voor de heersende klasse, meestal mannen, meestal van bepaalde etnische groepen – zoals wij – en zet die macht om in wetten en geweld. Op hun beurt legitimeren die zich door middel van filosofie en wetenschap, die moet verklaren waarom de dingen zijn zoals ze zijn.”
Logan fronste, en Jemma kneep haar ogen samen.
“Kan je dat nog eens herhalen in mensentaal?” vroeg Logan.
“Sorry. Wat ik wil zeggen is dat de structuur van onze maatschappij een telkens geraffineerder vorm is van vier grote invloeden die elkaar in stand houden: kapitaal, geloof, patriarchie en imperialisme. Nørkjell wilde dreigen om er één van helemaal onderuit te halen, maar daarmee onthulde hij ook de andere drie. Hij heeft getoond hoe zwak het imperium – jullie – is voor de lokroep van het kapitaal, hoe het kapitaal zich zelf laat verleiden door nepwetenschap, en tja, patriarchie… Je ziet de rellen bezig. Zolang al die factoren bestaan, kan er geen sociale vooruitgang zijn. Dat is mogelijk zijn these.”
“Ik ben benieuwd wat hij daar zelf van denkt,” zei Logan.
“Dat lijkt me weinig relevant. Interpretaties kunnen losstaan van intenties,” zei Walther zonder animo, waardoor Logan verbouwereerd zweeg.
“Is het geen tijd dat je naar huis gaat?” vroeg Jemma toen, die iets van een glimlach leek teruggevonden te hebben.
“Ik neem aan van wel. Of wacht, nee, ik wil naar Shackleton.”
“Ik breng je wel.”
Walther keek nu zelf sceptisch.
“Echt? Dat is toch heel ver voor jou.”
“We hebben je hier nodig,” voegde Logan daar aan toe.
“Dat denk ik niet. Niet nu. Gun me een dag vrij,” zei Jemma.
Logan keek van Walther naar Jemma alsof hij een kunstwerk probeerde te bestuderen, en gaf toen toe.
“Ga dan. Wees voorzichtig.”
“Altijd,” zei Jemma.
Walther haalde diep adem. Hij wist niet of het opluchting was, of droefenis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten