Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

woensdag 29 januari 2014

Het Arcturus-project (VII)

Uit: “De nieuwe ijstijd!”, Soraya Gold (2126, Extron Publishing, Federale Staten) 

[…] naar de reden voor het overaanbod aan complottheorieën over Antarctica is het koffiedik kijken. De afgelegen locatie van het continent speelt een rol in de populaire verbeelding, net als de extreme weersomstandigheden en haar relatieve jeugd in het historisch bewustzijn – het is dan ook nog maar nauwelijks drie eeuwen geleden dat men niet eens zeker was of het bevroren continent wel bestond! Maar […] de eindeloze stroom aan hedendaagse mythes over levensvatbare dinosauruseieren of verlaten horrorlabo’s van het Derde Rijk zijn ook een manier om greep te krijgen op deze […] jonge wereldmacht. Door Antarctica te verplaatsen naar een schemerzone, en haar macht te linken aan het tegennatuurlijke, kunnen inwoners van de Oudere Wereld zichzelf beter voelen over hun relatieve verlies aan status.

7. Sushi Boss, McMurdo, Transantarctica 

Uiterlijk gaf hij geen krimp, maar hij voelde zich vanbinnen een horzelnest aan emoties die allemaal vochten voor zijn aandacht. Walther zat tegenover AntPol-officier Jemma Paxton-Rügen, die er in het echt en in burger op een bepaalde manier nog intimiderender uit zag dan ze was overgekomen over de telefoon, nu al anderhalve week geleden.
“Ik hoop dat u goede informatie voor me heeft,” zei ze. Ze zag er zelf opgejaagd uit.
“Ik ben vrij zeker van wel.”
“Vrij zeker? Of zeker?”
Walther herinnerde zich eraan dat hij niet zo wetenschappelijk moest praten. Hij was het zeker, hoewel niet in absolute termen.
“Wel… Zeker.”
“Vertel.”
Walther had gedacht dat het gesprek zou plaatsvinden met meer geheimdoenerij, en ergerde zich aan de openheid waarmee Jemma sprak, vooral omdat het druk was in de ‘Sushi Boss’, maar hij besloot die ergernis te laten varen – ze zou immers wel weten wat ze aan het doen was. Bovendien moest hij zich ook concentreren op tal van andere dingen die hij nu al drie dagen aan een stuk voelde. Hij keek even in zijn onaangeroerde bakje sushi, haalde adem, en stak van wal.
“Mijn excuses dat ik u helemaal van Getz naar hier gehaald heb. Ik wilde kunnen praten in een omgeving die ik zelf comfortabel vind, en niet in één of ander donker politiekantoor.”
Jemma grimaste maar zei niets.
“Ik heb ook voorzorgen genomen. M’n veiligheidsinstellingen van alle apparaten en implantaten die ik heb, heb ik een paar dagen geleden zelf aangepast, en zouden de komende week nog moeten kunnen meegaan. Het enige wat me kan weggeven, is als er onzorgvuldig wordt omgesprongen met m’n informatie.”
Hij zag Jemma’s uitdrukking verder betrekken.
“Dat is geen beschuldiging, overigens.”
“Ik weet het,” zei ze. Ze nam een slok koffie, en de gedachte kwam op bij Walther dat ze misschien slecht gehumeurd was om een andere reden dan dat ze zonet een paar uur op de TT had doorgebracht naar McMurdo. Het was namiddag, maar de zon was al druk bezig aan het zakken. Op straat wierpen de lichtblauwe lampen al overal schaduwen over de mensen die net van hun werk kwamen.
“De voorbije week heb ik gelogeerd bij Henry Bei, mijn stiefbroer. Die is kunstenaar. Toevallig was hij ook aan het werk voor Omn¡tek, of beter, Osvald Nørkjell persoonlijk. Nørkjell had een reeks grote tekeningen besteld rond de thema’s gevaar, kwetsbaarheid en mannelijkheid. Het was toen dat ik op het idee kwam de data die ik aan het controleren was, anders te gaan bekijken.”
Walther dacht aan hoe vreemd het was dat hij hier de laatste keer geweest was met Lucia en gesproken had over de Mannenvrienden. Wat zijn onderzoek onthuld had, zouden die zelfs in hun ergste nachtmerries niet vermoed hebben.
“De volgende dagen moest ik besteden aan onderzoek, om zeker te zijn. Daardoor zijn we nu al een pak dichter bij de deadline van mijn opdracht voor Omn¡tek en dringt de tijd, waarvoor ik me ook verontschuldig, maar u weet, ik ben een wetenschapper.”
Het klonk klungelig, vond hij van zichzelf, maar Jemma’s ogen waren van samengetrokken veranderd naar geboeid. Ze dronk nog koffie, maar bleef Walther aankijken. Nee, helemaal geen lelijke vrouw, stelde hij opnieuw vast.
“De details kan u zelf nagaan in het bestand dat ik u zal geven, of laten onderzoeken door de mensen die voor u werken, maar de conclusie van mijn analyse is dat Omn¡tek werkt aan een nepgeneesmiddel dat niet alleen niet zal doen wat het beweert te doen, maar dat het ontworpen is om elke menselijke drager van een Y-chromosoom binnen de maand te doden.”
“Dat klinkt zeer… wild,” zei Jemma.
“Daarom dat ik des te grondiger de data bekeken heb,” zei Walther.
Jemma zei niets en leek verzonken in gedachten. Walther gebruikte die stilte om haar over tafel een stick aan te reiken.
“Harde dragers?” vroeg Jemma enigszins geamuseerd, uit haar overpeinzingen gehaald door het kleine, grijze object dat nu naast haar bakje sushi lag.
“Veiligheid voor alles,” zei Walther.
“Natuurlijk.”
Ze stopte de stick weg, en een vingerbeweging verried dat ze de data al aan het binnenhalen was. Ze keek nu Walther opnieuw strak aan.
“Als het waar is, wat u zegt, dan spreken we hier over een geplande genocide. Hoe werkt het geneesmiddel precies?”
“Ik ben geen biomedicus, maar de data wijst in de richting van een virus dat geactiveerd wordt na inname, en alleen zijn ding doet als de drager een Y-chromosoom heeft. Aan de structuur te zien, neem ik aan dat ze het zullen aanprijzen als een vruchtbaarheidsmiddel.”
“Ken je de werknaam?”
“Nee. Ik weet wel dat er een patentaanvraag loopt voor zo’n middel met de naam Arcturus.”
Jemma knikte.
“Dat waren we ook op het spoor. Het zijn er zelfs drie. Maar hoe zou het middel in staat zijn alle mannen uit te roeien? Bovendien komen de meeste mannen niet in aanmerking voor het middel omwille van Resolutie 806.”
“Het reist zowel via lucht, water als fysiek contact, en slaapt drie maand voordat het geactiveerd wordt. Er is maar een toplaag van mannen voor nodig om het in te nemen. Bovendien kunnen vrouwen ook drager zijn, al doet het niks met hen.”
Jemma leunde achterover in haar stoel alsof ze zonet iets onaangenaam geroken had. Het deed hem denken aan de reactie die veel Antarcticanen hadden als de de zoveelste complottheorie te horen kregen over buitenaardse basissen, ruïnes van vermeende pre-paleolithische beschavingen of hoe de grote concerns van het continent leden waren van de Illuminati.
“Maar wat denkt u dan dat Nørkjells motivatie is?”
“Ik heb me daar ook het hoofd over gebroken. Ik weet het niet,” zei Walther in alle eerlijkheid. Alle conflicterende gevoelens die hij voor het begin van het gesprek hadden gehad, waren nu opgelost in een algemene misselijkheid, waardoor hij zich voelde leeglopen als een kapotte ballon. Hij probeerde een hap te eten terwijl Jemma nu praatte, maar dat ging moeizaam.
“Dat is allemaal aan ons om uit te zoeken. We zullen eerst zien wat een analyse van uw analyse zegt, maar zelfs in het geval dat de gevolgen van het Arcturus-project niet zo vreselijk zijn als u denkt, is dit nog altijd een zeer ernstige zaak. Erger dan ik gedacht had. Uw deadline is 25 februari, niet?”
“Ja. Die van Henry overigens ook.”
“Juist. Dat is binnen zes dagen. We weten dat er bij Omn¡tek intern een campagne voorbereid wordt voor de farmatak, en dat ze het middel snel willen lanceren. Toevallig zijn er ook al vijf onderzoekers van die afdeling verdwenen, waarvan er twee soms informatie met ons deelden.”
Walther voelde zich eerst alsof hij ter plekke uit zijn lichaam ging ontsnappen, maar hervond zijn kalmte.
“Toevallig?”
“Bij wijze van spreken,” zei Jemma, “Er is een officieel onderzoek naar gestart, en dat dossier staat onder supervisie van mijn eigen baas, adjudant Herschel. Als u gelijk hebt, lijkt het erop dat Nørkjell bezig is om iedereen die mogelijk de waarheid zou kunnen samen puzzelen, uit de weg te ruimen.”
“Waarom is hij dan nog niet gearresteerd?”
Jemma’s mond maakte een vorm die leek op een glimlach.
“Laat maar zitten,” zei Walther toen, “Resolutie 979.”
“Precies. Maar als uw analyse juist is, kunnen we hem arresteren met man en macht. U had wel gelijk dat u ons weinig tijd heeft om dat te controleren, en binnen die tijd kunnen er nog lijken uit de kast vallen.”
“Het mijne, bijvoorbeeld,” verwoordde hij een gedachte die hem al de hele tijd bezig hield. Hij had Henry en Selene er na een intense ruzie van overtuigd om enkele dagen in een anonieme maanpod door te brengen terwijl hij zelf Jemma zou contacteren.
“Of dat van uw naasten,” voegde Jemma er aan toe, “Ik ga eerlijk met u zijn: de verdwijningen van de wetenschappers zijn het topje van de ijsberg. Er zit een patroon in de moord- en verdwijningszaken van de laatste weken, en al onze zenuwen bij AntPol staan gespannen. Als u nu het definitieve bewijs heeft geleverd waardoor we dit kunnen stoppen, zullen we u zeer dankbaar zijn.”
“En… hoe zit het dan met mijn…”
“Uw beloning? Die –”
“Ik bedoelde mijn bescherming.”
Voor het eerst kon hij niet anders dan tonen dat hij doodsbang was. Jemma lachte hem niet uit, maar keek hem intens aan.
“U moet blijven doorwerken aan uw analyse voor Nørkjell. De tweedelijnscontrole is het laatste wat hij nodig heeft vooraleer hij Arcturus kan lanceren, en uitstel zal u alleen verdacht maken, net als de aanwezigheid van AntPol-mensen in uw buurt.”
“Maar wat als ze besluiten om me te vermoorden of te doen verdwijnen?”
“Dat zal pas gebeuren op 25 februari of daarna.”
Walther was daar nog niet zo van overtuigd.
“Ik heb dus geen enkele garantie?”
Jemma perste haar vingers samen en beet op haar bovenlip.
“Ik zal mijn best doen. In tussentijd verlaat u best uw appartement niet.”
“Ik moet soms reizen voor andere jobs.”
“Verzin iets.”
Walther zuchtte en schoof het bakje nauwelijks aangeraakte sushi terzijde.
“Alsjeblieft. Ik wil hier geen spijt van krijgen.”
Zijn openheid leek eindelijk een barst te slaan in het politiepantser van Jemma, die hem nu terug lang aankeek, tenslotte haar vingers uit elkaar haalde en haar handen plat op tafel legde.
“Wat weet je over Locusta?”

Verder naar deel acht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten