Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

maandag 3 september 2012

De presidenten (I)

1. Onzekerheid

Elk half jaar kwamen ze met vier samen in restaurant 'De gouden krab'. Die traditie was begonnen toen ze tegelijk waren afgestudeerd en als niet meer dan goeie kennissen aan de praat waren geraakt. Ze hadden weliswaar elk nog hun eigen netwerk aan vrienden en kennissen, maar deze traditie was al bijna zes jaar ongewijzigd gebleven. James, de bezieler van het idee, had ook de regels bepaald: iedereen moest een pak en das dragen, er zou alleen een hoofdgerecht gegeten worden (waar men dan niet op de prijs zou kijken), iedereen moest volledig eerlijk zijn, en er waren vier onderwerpen. Het idee was geboren als een hypothese toen, na die proclamatie, op een zonneslagnamiddag, Maarten geklaagd had dat zijn kersverse ex hem had verweten nooit open te zijn over zijn gevoelens.
Bij de wijn, toen ze zaten te wachten op het eten, kwam het eerste vaste gespreksonderwerp. Dat was onzekerheid.
"Ik denk dat het tijd is dat we er eens aan beginnen," had James gezegd, nadat de vier een kwartier hadden gekeuveld over werk, het weer en de nieuwe tweedehandsauto van Volkan, die vroeger altijd een fervent fietser geweest was.
Onwillekeurig veranderde ieders houding. Met een hoofdknik, nadat hij de tafel rondgekeken had, begon Peter te praten. Niemand noemde hem bij zijn echte naam - zijn bijnaam was al meer dan tien jaar Mr. Duplo, nadat iemand ooit had opgemerkt dat hij leek op een vleesgeworden Duplo-figuur. Hij had een stevige, vierkante kop en zijn lichaam leek uit één stuk gebouwd, rechthoekig, vol, en recht aflopend naar beneden, waar bij elk onderdeel van zijn lichaam even breed was. Zijn wenkbrauwen waren donker en gewelfd, en zijn peper-en-zouthaar leek altijd te glanzen.
"Goed, goed," zei Mr. Duplo, die met zijn vingers rond de hals van zijn wijnglas speelde, "Onzekerheid. Wel. Ik voel me onzeker in het bijzijn van knappe mensen."
De andere drie zwegen, dus Mr. Duplo zag zich genoodzaakt verder te praten.
"Bijvoorbeeld op straat, of in winkels, of op café, zie ik vaak knappe vrouwen. Ik word daar onmiddellijk een beetje verliefd op."
"Bedoel je niet dat je erop geilt?" vroeg Maarten.
"Nee," zei Mr. Duplo, "dat is niet hetzelfde. Ik bewonder hun schoonheid. Dat kan een knap gezicht zijn, een mooi figuur, een verzorgd gebit... enfin, ik merk dat allemaal onmiddellijk. Maar ik denk er altijd bij dat die wel niks voor mij zouden zijn omdat ik te lelijk ben voor zo'n vrouwen. Daar komt ook nog bij dat die vrouwen altijd omringd zijn door mannen die ook mooi zijn. Grote mannen met een atletisch lijf, of met cool haar, of die gewoon vlot kunnen praten. Dat maakt me triest. Hoe veel ik ook zal proberen om af te vallen, mezelf te verzorgen of kleren te kopen die passen bij mijn figuur, die vrouwen zullen me nooit een blik waardig gunnen. En waarom zouden ze dat ook doen? Ik beoordeel hen op dat moment ook puur op hun uiterlijk, dus is er geen enkele reden waarom zij niet hetzelfde zouden doen."
Een handgebaar gaf aan dat hij klaar was. Hij dronk van zijn glas. Volgens de door James opgestelde regels mocht iedereen één antwoord geven of één bijkomende vraag stellen. Volkan was de eerste die sprak.
"Maakt dat dan zo veel uit?" vroeg Volkan, "Ik bedoel, Mr. Duplo, er zullen altijd knappere mensen bestaan dan jou. Er zullen er ook altijd bij zijn die intelligenter zijn, rijker en gelukkiger. Maar dat houdt jou niet tegen van te focussen op waar je zelf goed in bent."
Mr. Duplo grimaste maar zei niks.
"Ik volg Mr. Duplo een beetje," bekende Maarten, "maar ik krijg dan meer een hekel aan mezelf voor mijn eigen oppervlakkigheid."
Mr. Duplo glimlachte op die opmerking.
"Ik heb daar weinig tegen in te brengen," zei James, "Ik heb altijd geluk gehad dat vrouwen mij knap vonden, dus dat zijn vragen die nooit bij me op zijn gekomen, maar ik dénk dat het hier ook wel ligt aan zelfvertrouwen. Er zijn genoeg voorbeelden van mannen die niet erg aantrekkelijk zijn, maar toch scoren bij mooie vrouwen. Bovendien heb je nog eens geluk als man. Een lelijke man die erg interessant is, maakt nog een kans. Een lelijke vrouw, die kan het vergeten."
Volkan roerde zich maar mocht niks zeggen volgens de regels. Het was nu Maartens beurt om te praten. Voor hij kon spreken, werd het eten opgediend. Mr. Duplo viel als uitgehongerd aan op z'n osso bucco, terwijl James en Maarten elk kreeft hadden besteld. Volkan at een visschotel op een steengrill.
"Mmm, kreeft, lang geleden," mompelde Maarten, alvorens zijn bestek neer te leggen en te spreken. Hij schikte zijn dasknoop even. Maarten was een pezige, blonde man met een haviksneus en dicht bij elkaar staande, blauwe ogen. Normaal droeg hij een stoppelbaard, maar hij had zich vandaag geschoren.
"Ik werk erg veel en hard," zei Maarten. Hij was doctorandus in de chemie.
"Maar ik heb het gevoel dat het nooit genoeg is om te bewijzen dat ik iets kan. Al vier jaar lang denk ik dat er een dag komt dat mijn promotor op een afspraak zal zeggen dat hij erachter is gekomen dat ik eigenlijk helemaal niet zo'n briljante student ben en dat ik eerder gemiddeld ben. De conclusie van mijn masterthesis vond ik zelf flauw en zwak beargumenteerd. Ik weet nog altijd niet waarom ik er zo'n goeie score op haalde, en het probleem is dat als ik hierover wil praten met andere vrienden, ze denken dat ik een visje aan het uitgooien ben om complimenten te krijgen. De waarheid is dat die complimenten niks voor mij betekenen. Die komen van mensen die sowieso al weinig weten van chemie."
Mr. Duplo gromde goedkeurend door het eten.
"Men heeft daar een naam voor," zei James, "men noemt dat het 'impostor syndrome', namelijk dat veel getalenteerde mensen in intellectueel veeleisende beroepen het gevoel hebben dat ze daar niet op hun plaats zitten."
James had Engels-Frans gestudeerd maar speelde graag de amateurpsycholoog.
"Het is ook verwant met het Dunning-Kruger-complex. Onderzoek toonde aan dat incompetente mensen hun eigen competenties overschatten en omgekeerd."
"Het is toch ook niet omdat mensen niks weten van chemie, dat ze daarom niet kunnen inschatten dat je een knappe kop hebt. Wij zijn geen astrofysici en wij zien ook wel dat Stephen Hawking een enorm geleerde man is," zei Mr. Duplo, die net z'n mond had leeggegeten.
"Ik pas," zei Volkan weifelend, "ik denk dat Maarten en Mr. Duplo het al goed gezegd hebben."
"Hoe is je vis?" vroeg Mr. Duplo aan Volkan.
"Erg goed. Beter dan de laatste keer dat ik het had in Gök 2."
Volkan woonde bij de Sleepstraat. Zijn vader was zelf een half-Turk, half-Koerd en zijn moeder een Vlaamse. Hij had een verzorgde baard en expressieve, donkerbruine ogen, en was al jaren actief als één van de voormannen van klein-links in de stad.
"Mijn beurt, dan, zeker?" zei hij, toen hij zag dat iedereen hem aankeek.
"Goed dan."
Volkan had een zwaar Gents accent en had de neiging elke zin te laten eindigen op een nauwelijks hoorbaar "ja?".
"Ik weet nooit of mensen vriendelijk tegen mij zijn, of juist vijandig, omwille van mij, of omwille van hoe ik eruit zie. Bijvoorbeeld onlangs in de Match, was er een kassierster die me afsnauwde. Had die een slechte dag gehad, of was ze racistisch? Zelfde met toen ik naar het gemeentehuis moest voor een kleinigheid. Die man was zo vriendelijk dat ik het verdacht begon te vinden."
"Mja, er bestaan natuurlijk mensen die uit goeie bedoelingen overdreven vriendelijk zijn tegen minderheden, wat ook weer een soort racisme is," filosofeerde James.
"Met dat verschil natuurlijk, dat dat voor mij een dagelijks vraagstuk is," zei Volkan, een beetje geprikkeld omdat James hem onderbroken had en zijn eigen regel had overtreden, "dat maakt een normale dag voor jullie altijd een meer onzekere dag voor mij. Dan is het simpel om terug te vallen op Turkse of Koerdische vrienden. Die mensen stellen die vraag niet. Maar dat wil ik ook niet volledig doen, want dat vernauwt mijn blikveld te veel."
"Pas," zei Mr. Duplo, "ik kan hier niks zinnigs op zeggen."
"Ik heb al gesproken, sorry," zei James. Volkan gebaarde dat het ok was.
"Ik wil geen afbreuk doen aan wat je zei," vond Maarten, die z'n glas wijn bijvulde, "maar het omgekeerde bestaat ook. Toen ik jobstudent was in een bouwwinkel en ik moest iets weigeren, of uitleggen aan iemand van een minderheid - Turk, Bulgaar, Marokkaan, Spanjaard, maakt niet uit - was ik altijd bang dat ze gingen zeggen dat ik hen dingen weigerde uit racisme. Het is ook een keer gebeurd dat een familie boos werd en me daarvan beschuldigde, en nadien voelde ik me erg rot. Ik weet het, het is ook niet omdat je zégt dat je geen racist bent, dat je er daarom geen kan zijn, maar het is ook een ervaring die onzekerheid met zich meebrengt."
Na een korte stilte was het duidelijk dat James moest spreken. Hij had al twee derde van z'n bord schoongeveegd.
"Ik heb lang nagedacht," zei hij, "maar ik kon op weinig komen. De vorige keren heb ik een aantal onzekerheden gedeeld, maar... dat is het zowat, nu. Er is niks waar ik me momenteel onzeker over voel."
James had korte tijd na zijn studies modellenwerk gedaan. Hij hield zijn haar gemillimetreerd, en had een open, ongedwongen gezicht met een brede mond die altijd een beetje leek te lachen. Nu gaf hij les.
"Dan hoop ik dat je bekentenis straks de moeite is," zei Maarten.
"Daar mag je vanuit gaan," zei James rustig.
"Het lijkt haast niet te geloven dat je over niks onzeker kan zijn," zei Mr. Duplo met een verre blik.
"Misschien besef je het zelf gewoon nog niet," wierp Volkan op.
"Dat kan," gaf James toe, "maar dat zal dan voor de volgende zitting zijn."
"Wil iemand nog iets om te drinken?" vroeg de ober die langskwam. Ze wisselden snel blikken uit.
"Spuitwater," zei Volkan. Maarten volgde hem. James en Mr. Duplo besloten nog een halve liter wijn te delen.

Verder naar deel twee.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten